De culturele samenwerking tussen Nederland en België
Ondanks de wat boze dingen, die we op de eerste bladzijde hebben moeten zeggen, zijn we niet blind voor het feit, dat, vooral op cultureel terrein, de samenwerking tussen Nederland en België stilaan groeit. Het hieraan voorafgaande artikel getuigt daar van. Juist de culturele samenwerking is van het grootste belang voor de eenheid der Nederlandse gewesten.
Hoe groot de vorderingen op cultureel gebied in dit opzicht toch wel zijn, blijkt alleen al uit het feit, dat een buitenstaander uit de verscheidenheid van organisaties, die zich met deze aangelegenheid bemoeien, haast geen wijs kan worden. Alleen al op het vlak van de overheid is er het volgende (men houde mij ten goede, als ik iets vergeet): 1. De Nederlands-Belgische Culturele Commissie (met de lange naam) met haar subcommissies, waarvan die van Prof. de Vries Reilingh er één is; deze commissie ressorteert onder de departementen van onderwijs; 2. De Conferentie der Nederlandse letteren, eveneens onder Onderwijs vallend, maar dan onder een andere afdeling; 3. De culturele manifestaties, uitgaande van Benelux-organen; 4. Initiatieven, ressorterend onder buitenlandse zaken. In dit opzicht is alleen het werk van de Belgische culturele attaché in Den Haag. Dr. A. Mariën, feitelijk van enig belang.
Men vraagt zich wel af, of een beetje meer coördinatie niet gewenst is.
W.