voor een volk, dat bovenal de liefde van zijn President had.
Thans zijn 135 jaar vervlogen.
Zuid-Afrika is gegroeid tot een moderne mogendheid. Het heeft zich, jong en krachtig, weten op te stuwen in de wereld - gedreven door het besef, niet het minst door Kruger ingeplant, een staat te kunnen zijn, behorend aan een eigen volk.
De jarenlang door velen zozeer gewenste vorm van de staat, de republiek, verkreeg dezer dagen zijn beslag. Een mijlpaal werd bereikt, zij het slechts met een stemmen-meerderheid, bij het referendum, van enkele tienduizenden stemmen op een totaal van 1 miljoen 800.000 stemmen.
Doch om dat jonge land heen en om dat jonge volk, verrijst - en blind is hij die het wil ontkennen - de schaduw van zwart Afrika.
Zwart Afrika, dat om en bij dit jaar het levenslicht zag, geboren werd als een potentie, waarmede gerekend moet worden.
Zal het ooit volwassen worden?
Doch de potentie blijft. West en Oost willen haar erkennen, zij het dat eigenbaat daarbij dikwijls een overwegende rol speelt.
Zuid-Afrika, gestaald in lange jaren van strijd binnen de eigen grenzen, wil zich noch zal zich voor die potentie buigen. Slechts met de grootste aarzeling vermag het somtijds de stroom van de tijd te herkennen.
Het kàn, naar ik geloof, niet anders.
De Hollander uit vorige eeuwen - een ander mens dan de Nederlander van thans - boog evenmin. En in de Afrikaner leeft nòg de Hollander van het verleden - mèt zijn Geloof, mèt zijn langs strakke lijn getrokken overtuiging.
De schaduw, die de Afrikaner bedreigt, zal hem zijn weg niet kunnen doen verlaten. Hij heeft gekozen en blijft daarbij. Het dwingt bij velen - en met recht - bewondering af, naast de vele voorbeelden van zwakte die andere volken toonden en tonen.
Het leidt bij hen, daarnevens, wel ook tot een bezorgd zijn. Ik doel met deze uitspraak - het zal U duidelijk zijn - niet op degenen, wier denken slechts gericht wil zijn op afbraak, op de rechters-zonder-enig-mandaat.
Ik doel op hen, die zich niet schamen Zuid-Afrika niet af te stoten.
De vraag kan worden gesteld - al is zij niet te beantwoorden - hoe bij de dreiging van thans Paul Kruger zou hebben gestaan. Zeer zeker zou hij niet de ogen hebben gesloten. Hij zou vóór alles, kracht hebben gezocht in het bijbels woord, in de zekerheid een rechtvaardige zaak te steunen.
Misschien zou hij, ook thàns, begrip hebben gezocht in Europa. Misschien zouden, ook thàns, zijn missies niet geslaagd zijn. Misschien zou hem de genegenheid van eertijds, thàns niet zijn toegedragen.
Wel zou hij evenzeer voor de Afrikaner een symbool zijn. Symbool van hoger orde.
Misschien ontbreekt dat thans wel in de nog jonge Unie. Het hoge symbool, het in een levende mens belichaamd ideaal van Afrikaner-zijn.
Teveel wellicht beheerst in de Unie van onze dagen een reeks symbolen van lager orde het geestelijk bewustzijn. Ik denk aan materieel en politiek gewin. Het is hier echter niet de plaats daarover uit te weiden.
Wij gedenken op deze plaats de geboorte van Paul Kruger. En onvermijdelijk dringt zich op de geboorte van zwart Afrika. Op een dag als deze wil het aanvaardbaar lijken een wens te formuleren:
Zuid-Afrika moge de kracht behouden - en waar het die verloor, hèr-vinden - waaruit een van zijn grootste zonen leefde.
Geen kracht uitsluitend als aanvals-kracht of middel tot verweer.
Doch wel de kracht, die als bij Kruger, vermag vooruit te zien, vermag te leiden en - bovenal - vermag te binden, opdat de velen die thans nog zijn gescheiden - het referendum dat ik U noemde spreekt hier wel overduidelijke taal - zich wèl bewust zullen worden van de volstrekte noodzaak van een eenheid.
Ex unitate vires.