Krugerdag in Utrecht
In Utrecht, in en voor het huis, waar President Kruger tijdens zijn ballingschap heeft gewoond en waar toen tot 1 juni 1902, de vierkleur van de Zuidafrikaanse Republiek heeft gewapperd, werd op 10 oktober jl. zijn verjaardag, de Kruger- of Heldendag, gevierd, door een ondanks het slechte weer, talrijke schare. Onder de aanwezigen was ook de zaakgelastigde van de Zuidafrikaanse Unie, de Heer R.J. Montgomery. De Heer K. Braak, lid van het afdelingsbestuur van het A.N.V., opende de plechtigheid als voorzitter van de Stichting Kruger-Gedenkteken. Ds. J. van As las uit de Afrikaanse bijbel en het leerlingenkoor van de Chr. Kweekschool zong onder leiding van hun leraar H. Kwakkel enige
liederen, o.a. het oude Transvaalse volkslied, dat door allen staande werd meegezongen. Jhr. Mr. K.E.O. von Bose, administrateur van de Nederlands-Zuidafrikaanse Vereniging te Amsterdam, hield de herdenkingsrede, waarna een krans bij het Krugermonument werd gelegd door Mevrouw R. van der Merwe-Scholtz voor Zuid-Afrika en door Mejuffrouw N. Augustijn voor Nederland. Na het gezamenlijk zingen van Die Stem van Suid-Afrika en het Wilhelmus volgde een gezellig samenzijn in de gymnastiekzaal van de Kweekschool.
De voordracht van Jhr. Von Bose over ‘Twee Geboorten; 1825-1960’ was een indrukwekkende beschouwing, waarin spreker, zonder zich op politiek terrein te begeven, hier historie en heden wilde samenbrengen. In een overzicht van Krugers levensgeschiedenis, waarbij hij opmerkte, dat diens verjaardag volgens het doopregister van het dorp Cradock in de Kaapkolonie eigenlijk 1 oktober moet zijn, sprak hij over vergeefse reizen van Kruger naar Engeland om de annexatie van 1877 ongedaan te maken. Na de herwonnen vrijheid door de Eerste Vrijheidsoorlog, laait bij Krugers bezoek aan Europa de geestdrift voor Zuid-Afrika, vooral in Nederland, hoog op. Het vertrouwen in zijn vaderlijke wijsheid en in zijn kunnen, wordt dan bij de Boeren steeds sterker; viermaal wordt hij tot President van Transvaal gekozen.
K. Br.
De tekst van de rede van Jhr. von Bose, beginnend bij dat vierde Presidentschap, is afzonderlijk in dit nummer afgedrukt.