Z.Exc. Dr. F.E. Geldenhuys terug naar Zuid-Afrika
Een goed vriend van ons Verbond verliet ons land
Op 22 november 1956 vertrok kolonel P.I. Hoogenhout, die zijn functie van Ambassadeur van de Unie van Zuid-Afrika had neergelegd, ons land.
Midden februari 1957 kwam de opvolger van kolonel Hoogenhout, dr. F.E. Geldenhuys, in ons land. In het jan./febr.-nummer van Neerlandia werd de nieuwe ambassadeur een hartelijk welkom toegeroepen.
Reeds dadelijk werd daarbij de hoop uitgesproken, dat de nieuwe ambassadeur der Unie zou medeleven met het Verbond en groeiende belangstelling zou tonen voor ons werk.
In deze verwachtingen is het Verbond gedurende de gehele ambtsperiode van dr. Geldenhuys nimmer teleurgesteld. Van meet af aan heeft de vertegenwoordiger van het land, waarmede het A.N.V. - sedert zijn oprichting - sterk is verbonden, grote belangstelling getoond voor het Algemeen Nederlands Verbond.
En niet alleen voor het Verbond, maar ook in ruimere zin voor de culturele toenadering tussen beide landen, waarbij we meer in het bijzonder denken aan de bevordering van uitwisseling van hoogleraren, het houden van tentoonstellingen van het Afrikaanse boek, het vestigen van een depot van Afrikaanse boeken in Den Haag, het behoud van het Jan van Riebeeckhuis in Culemborg enz.
Wij denken voorts aan de belangstelling, die dr. Geldenhuys en mevrouw Geldenhuys toonden voor de jaarlijkse viering van Geloftedag, uitgaande van de afdeling 's-Gravenhage. Bij die gelegenheden werd dr. Geldenhuys steeds bereid gevonden een inleidend woord te spreken, zoals Z.Exc. ook gaarne bij andere gelegenheden bereid was zijn beschouwingen te geven over belangrijke Zuidafrikaanse vraagstukken, waarvan o.a. het verslag van het in de Rolzaal gevierde Zuidafrikaanse Taalfeest (april 1959) getuigt.
In de decembervergadering 1958 van het Verbondsbestuur werd met algemene stemmen besloten Z.Exc. dr. F.E. Geldenhuys, wegens zijn verdiensten, het Algemeen Nederlands Verbond bewezen, het ere-lidmaatschap aan te bieden.
Dr. F.E. Geldenhuys
Neerlandia (maart/ april nummer - 1959) schreef naar aanleiding daarvan o.a., dat dr. Geldenhuys, sedert de aanvaarding van het ambt van ambassadeur in Nederland, op hartelijke en spontane wijze getuigd had van zijn gevoelens van vriendschap voor en medeleven met het Verbond en zijn werk.
Het Verbondsbestuur is zeer dankbaar voor zijn hartelijke houding tegenover het Verbond en wenst hem en mevrouw Geldenhuys in Pretoria een gelukkig en voorspoedig verblijf toe.
Wij zijn er zeker van, dat dr. Geldenhuys ook daar het Verbond niet zal vergeten.