Neerlandia. Jaargang 64

Een jammerlijk misverstand

Er heeft zich in de schoot van het A.N.V. een jammerlijke gebeurtenis voorgedaan, waarmede het Dagelijke Bestuur zich slechts moeilijk kan verzoenen, al ziet het vooralsnog geen reden op het ook door het Verbondsbestuur ingenomen standpunt terug te keren.

Naar aanleiding van het opnemen van het Erasmusgenootschap te Gent als afdeling van het A.N.V. heeft de heer Poppers uit New-York een brief geschreven, waarin gesteld werd dat uit een publicatie van het ‘Pennoen’ zou zijn op te maken, dat het Erasmusgenootschap bij die fusie ‘niets van zijn karakter verloren had’ en dat dientengevolge het A.N.V. zelf dus wel grondig van geest en instelling moest veranderd zijn. In deze omstandigheden kon de ‘General Netherlands Association’, waarvan de heer Poppers voorzitter is, niet langer meer met het A.N.V. samenwerken.

Op ons verzoek, of de Algemene Vergadering van de Gen. Neth. Ass. dit standpunt deelde - in welk geval helaas alle samenwerking moest verbroken worden - deelde de heer Poppers ons mede, dat hij zijn ‘medebestuurders’ geraadpleegd had en dat deze eveneens besloten hadden het contact te verbreken.

Het Dagelijks Bestuur verkeert in de mening dat de Nederlanders in Noord-Amerika niet over deze stap van de heer

[p. 60]

Poppers zijn geraadpleegd en voelt zich daarom tot enige toelichting verplicht.

Tot zover de zakelijke ontwikkeling.

Wat nu de aanleiding betreft, moeten wij opmerken, dat de heer Poppers duidelijk in de mening schijnt verkeerd te hebben, dat het A.N.V. zich in hoofdzaak met Nederlandse emigranten in den vreemde moest bezighouden. Dit blijkt reeds uit de bijdrage van de heer Poppers aan het Jubileum-boek van het A.N.V. van 1958. Dat deze mening bij hem zó overheersend was, hebben wij nooit vermoed en we staan dus nu voor het feit, dat hij ze als dé doelstelling van het A.N.V. beschouwt en ons op grond daarvan de fusie met het Erasmusgenootschap kwalijk neemt.

Het Erasmusgenootschap heeft aan het Verbondsbestuur een reglement moeten voorleggen, dat niet in strijd mocht zijn met de vigerende statuten van het A.N.V. Het heeft dit op zeer gewetensvolle wijze gedaan en dit reglement werd na grondige studie goedgekeurd door een vergadering van het Verbondsbestuur waartoe ook de afgevaardigde van de Gen. Neth. Ass. zoals gebruikelijk is, uitgenodigd werd. Deze vergadering keurde het reglement van het Erasmusgenootschap te Gent met algemene stemmen goed. Een waarborg dus, dat het niet in strijd was met de statuten van het A.N.V. en dat dus het A.N.V. niet in het minst van karakter en doelstelling veranderd is. Hier kan overigens aan toegevoegd worden, dat het reglement van het Erasmusgenootschap grotendeels gecopieerd werd van het reglement der Haagse Afdeling en dat het thans ook als model dient voor de talrijke nieuwe afdelingen in Vlaanderen.

De Nederlandse emigranten in Noord-Amerika en elders moeten begrijpen, dat de Nederlandse taal en cultuur het meest bedreigd worden in Vlaanderen en dat daarom het grootste deel van de belangstelling van het A.N.V. thans naar dit volksdeel moet uitgaan. Toch is het A.N.V. steeds voor de culturele belangen der emigranten opgekomen en zal dit ook in de toekomst blijven doen.

Het A.N.V. heeft steeds zijn orgaan ‘Neerlandia’ aan alle leden van de Gen. Neth. Ass. gestuurd, ook al heeft de Gen. Neth. Ass. slechts in zeer geringe mate bijgedragen in de algemene kosten van het A.N.V. Met deze toezending wordt voortgegaan.

Daar het Dagelijks Bestuur niet de zekerheid heeft, dat het besluit van de heer Poppers en zijn medebestuurders ook de mening weergeeft van de leden van de Gen. Neth. Ass., voelt het zich verplicht langs deze weg de Nederlanders in Amerika te verzoeken zich rechtstreeks bij het A.N.V. in Den Haag aan te sluiten of ons hun steun op een andere wijze te verlenen.

De heer Poppers nemen wij het zeer kwalijk dat hij, zonder enige reden en met niets anders dan de verkeerde lezing van een ander blad, terwijl hij beter de juiste gang van zaken in Neerlandia had kunnen lezen, aan het Verbondsbestuur van het A.N.V., evenals aan een onzer afdelingen, bedoelingen heeft toegeschreven, die in strijd zouden zijn met de hoge beginselen van ons Verbond. En wij zouden hem in dit verband willen herinneren aan het feit, dat hem door H.M. de Koningin een onderscheiding werd toegekend als erkenning voor zijn plaats in de Nederlandse Gemeenschap te New-York. Het is een vaderlandse deugd der Nederlanders uit hoofde van het beginsel ‘noblesse oblige’ persoonlijke inzichten achter te stellen bij het belang der algemeenheid.

Geen kleine overweginkjes in het A.N.V.!

En nu vooruit! Voor Nederland en voor de Nederlanders in den vreemde!

Gh.