Woord van welkom
In een tijdsverloop van meer dan een eeuw is Gent tot driemaal toe de pleisterplaats geweest van genootschappen, die tot doel hebben onze taal en haar verwezenlijkingen in volle luister te zetten.
Aldus zijn het Spellingscongres van 1846, het eerste Taal- en Letterkundig Congres van 1849 en thans, hetgeen ik zou willen noemen het eerste Fusie-Congres van het in onze gouwen zo gunstig bekende Erasmusgenootschap met het Algemeen Nederlands Verbond, zovele mijlpalen die tot de eenheid en de luister van ons Nederlands taalgebied bijdragen.
De Gentse stadsmagistraat, in wiens naam ik deze enkele woorden schrijf, is er dan ook ten zeerste om verheugd in Neerlandia een hartelijk welkom te mogen toeroepen aan al degenen die het Nederlands Congres van mei 1960 zullen bijwonen.
Sinds 1949 immers hebben wij hier te Gent kunnen meemaken op welke betekenis en uitstraling de Nederlandse Kultuurdagen van het Erasmusgenootschap zich konden roemen en welke goed doordachte en met methode doorgezette actie van deze Kultuurdagen telkens het gevolg was.
Volledig in dezelfde lijn mag men zonder kans op overdrijving beweren dat die werking en die uitstraling nog veel doeltreffender zullen worden, nu zij geschraagd worden door een organisme als het Algemeen Nederlands Verbond, wiens prestaties op het gebied van de expansie onzer moedertaal en op dat van de nauwere toenadering tussen Noord en Zuid niet meer moeten onderlijnd worden.
Om niet langer gescheiden te zijn, ondanks één en dezelfde taal, is immers de actie van het Algemeen Nederlands Verbond van doorslaggevende aard. Een actie die op bijna alle gebieden een werkelijke strijd is voor het behoud van de eigen aard en voor de levenskracht van de eigen taal.
Op dit gebied kunnen de congressisten de congresplaats Gent voor hun doelstellingen als een symbool beschouwen. Gent betekent immers strijd door de eeuwen heen voor een eigen bestaan en voor het Vlaams voelen, denken en spreken. Gent is immers een levend voorbeeld met de zwijgende getuigen, die haar monumenten en kunstgewrochten zijn, van een lange en moeilijke weg naar vrijheid en een zware strijd tegen vreemde inmenging.
Gent is ook een stad waar die strijd kan steunen op de hoeksteen der economische kracht. Haar nijverheid en handel heeft immers juist dit jaar een nieuwe impuls gekregen door de totstandkoming van een overeenkomst tussen Noord en Zuid, die aan de haven haar arbeidsinstrument bij uitstek nieuw leven zal bezorgen. Ik twijfel er geen ogenblik aan dat eender welke samenwerking hierdoor doelmatiger en vruchtbaarder moet worden.
Laat ik tot slot de wens uitspreken dat u te Gent betekenisvolle en tevens aangename dagen moogt doorbrengen. Van haar kant vraagt onze stad niet beter dan u een warm onthaal en een prettig verblijf te bezorgen.
Em. Claes
Senator
Burgemeester van Gent