de 17e eeuw staatkundig tot Frankrijk behoort. Het waren dus zuivere Dietsers, afkomstig van Steenwerk, Mark bij Kales, Wijnen, Torkonje en andere plaatsen in Noord-Frankrijk.
Als de op dit gebied ingestelde onderzoekingen tot een einde zijn gebracht, zal eerst duidelijk blijken, dat het ‘Franse bloed’ onder de Kaapse Hugenoten heel wat schraler is dan van Franse zijde altijd beweerd is.
In het Zuid-Vlaamse tijdschrift ‘Notre Flandre’ doet de heer L. Farvaeque een treffend verhaal over het krachtige medeleven onder de Zuid-Vlamingen met de Boerenoorlog en de hulp, die werd gegeven aan Transvaal en Oranje-Vrijstaat, waarbij de priester Lemire een belangrijke rol speelde. Wij leven mee met de toenmalige burgemeester van Hazebroek, tevens volksvertegenwoordiger, die Paul Kruger, tijdens diens bezoek aan de Franse Wetgevende Vergadering, begroette en de eerbiedwaardige banneling toesprak in de gemeenschappelijke Dietse taal, die geen enkele moeilijkheid opleverde.
Bij het geestdriftig onthaal van Boeren-afgevaardigden, o.a. veldkornet J.H. Louw en de artillerie-officier C. Plochooy, noemt Farvaeque bekende namen uit Zuid-Vlaanderen, die daarbij op de voorgrond traden: de kunstschilder Pieter de Coninck (Meteren), de dichter Henri Salome (Hazebroek), de geneesheer Delbecque (Koudekerke), de toneelspeelster Eli de Wissoq (Bollezele), priester Georges Decambron e.a.
Nog wordt gewezen op de belangstelling, die Zuidafrikaanse bladen, zoals ‘Die Burger’ en ‘Die Transvaler’ in toenemende mate tonen voor de Zuidvlaamse beweging.
Nadat in vroeger eeuwen de Zuid-Vlaamse textielindustrie grotendeels afhankelijk was van de invoer van wol uit Zuid-Afrika, wordt in de laatste tijd door Zuid-Vlaamse deskundigen de wolnijverheid in Zuid-Afrika zelf bedreven. Deze deskundigen, Franse staatsburgers, afkomstig uit Robeke, Watterloo en omgeving, luisteren naar de goede Nederlandse namen: Vandeputte, Vandenhove, Rapsaet, Pattyn, Depoost, Vanmeerhaeghe e.a.
Over de dubbele ontkenning, zo typisch voor het Afrikaans, maar ook in gebruik in de taal van de Westhoek, is het laatste woord nog niet gesproken.
Onderzoekingen zullen worden ingesteld naar de invloed van de Zuid-Vlamingen op de ontwikkeling van het Afrikaans nationaal gevoel, de groei van de Kaap-Hollandse kunst, en het aandeel, dat ontdekkingsreizigers, etnologen, aardrijkskundigen, historici uit Zuid-Vlaanderen in de 19de en 20ste eeuw onder andere volken hebben gehad.
Onze correspondent besluit met de vraag: ‘Zou Zuid-Vlaanderen, dat zich ook in zijn dierbaar vaderenerf bedreigd gevoelt, zich dààrom zo bewust zijn van zijn plicht tegenover het verst weg gelegen stamverwante gebied?’