Neerlandia. Jaargang 64

Visser-Neerlandiaprijzen voor de tiende maal uitgereikt
Het totaal aan prijzen overschreed de f 100.000

Zaterdagmiddag, 23 januari zijn in de Rolzaal aan het Binnenhof voor de tiende maal onder grote belangstelling de Visser-Neerlandiaprijzen uitgereikt, ditmaal aan vijftien Nederlanders en drie instellingen in ons land.

De voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond, de heer F. Koote, verwelkomde eerst de prijswinnaars, die allen waren verschenen, met uitzondering van dr. Anthon van der Horst, die door ziekte verhinderd was, maar zijn echtgenote en twee zoons had afgevaardigd. Daarna begroette de voorzitter de genodigden, in de eerste plaats de ambassadeur van België, de ambassadeur van de Unie van Zuid-Afrika en mevrouw Geldenhuys, mr. L.B. van Ommen, die als plaatsvervanger optrad van de staatssecretaris voor O.K. en W.Z.Exc. mr. Y. Scholten, voorts dr. A. Mariën, cultureel attaché bij de Belgische ambassade en de heer J. Schilthuis, consul-generaal van de Unie van Zuid-Afrika.

Vervolgens heette de heer Koote welkom zijn medeleden van het Dagelijks Bestuur, de leden van het Verbondsbestuur en van de besturen der afdelingen, de mede achter de bestuurstafel gezeten juryleden, bestuursleden van zusterverenigingen, de prijswinnaars van vorige jaren en verder alle andere aanwezigen, onder wie vele familieleden en vrienden der prijswinnaars.

Mr. Visser en zijn testament

De voorzitter toonde zich verheugd, dat het A.N.V. eindelijk een passende omgeving had gevonden voor het uitreiken van de Visser-Neerlandiaprijzen. Hij gaf enkele bijzonderheden over mr. H.L.A. Visser, geboren op 24 april 1872 te Amersfoort, beëdigd als advocaat in Amsterdam in 1897, vanwaar hij reeds vóór 1930 met zijn moeder verhuisde naar Voorst. Deze zeer begaafde jurist, die verscheidene werken, meest van filosofische of psychologische aard schreef, heeft, geschokt door het leed, over de wereld gebracht in de tweede wereldoorlog, gemeend daartegen stelling te moeten kiezen. Daartoe heeft hij de helft van zijn groot vermogen nagelaten aan het Algemeen Nederlands Verbond, onder voorwaarde, dat uit de opbrengst van het kapitaal, met inachtneming van de in het testament genoemde vier instellingen, prijzen zouden worden uitgereikt aan personen of instellingen, die zich op moreel, cultureel, pedagogisch, wetenschappelijk of maatschappelijk terrein bijzonder hebben onderscheiden.

Men krijgt een prijs als bewijs van waardering voor gepresteerde arbeid, of als steun voor het werk, waarmede men bezig is of was.

Spreker bracht bijzondere dank aan de juryleden, die veel tijd hebben gegeven om steeds weer te trachten, aan de hand van de in het algemeen zeer moeilijke en onduidelijk gestelde doelstellingen, voorstellen aan het Bestuur te doen tot toekenning van een Visser-Neerlandiaprijs.

De uitreiking

Na nog de aandacht van de aanwezigen te hebben gevraagd voor het maandblad van het Verbond, ons ‘Neerlandia’, dat, in een nieuw kleed gestoken, op alle zitplaatsen was neergelegd, ging de voorzitter over tot de uitreiking van de prijzen (een cheque en een oorkonde in koker). Over deze prijzen en de prijswinnaars werden in het nov./dec.nummer van Neerlandia reeds enige bijzonderheden genoemd. Na het verschijnen van dat nummer werden nog twee prijzen toegekend en wel aan de ‘Stichting Weerbaar en Paraat Limburg’ om de mogelijkheid te scheppen aan leerlingen op scholen in Limburg schoolprijzen uit te reiken en de andere prijs aan de Vereniging ‘Het Ivoren Kruis’, teneinde haar in de gelegenheid te stellen voor de onmisbare mond- en tandhygiëne zo krachtig mogelijk propaganda te maken. Het Ivoren Kruis zal dit jaar zijn gouden jubileum vieren.

De heer Johan G. Bodegraven, een der prijswinnaars, gaf te kennen het hem uit te reiken bedrag te willen bestemmen voor

Foto Thuring
Van links naar rechts: Mr. A.J. Herzberg, F. Koote, Johan G Bodegraven en dr. A. Portielje.

[p. 21]

de actie, welke hij thans voor de microfoon leidt ten bate van een nieuw Diakonessenhuis te Paramaribo. Hij ontving een warm applaus uit de zaal.

De f 100.000 overschreden

De laatste voor de pauze uitgereikte prijs viel toe aan de Stichting ‘Kinderverzorging en Oudervoorlichting’, vertegenwoordigd door de heer D. Zuithoff, zenuwarts te Zeist. Met het uitreiken van deze prijs werd de f 100.000 overschreden. Hiervan maakte de voorzitter in zijn toespraak gewag.

Dit bedrag was dus de som van de sedert 1955 aan 27 personen en 14 verenigingen of instellingen uitgereikte prijzen.

Na de pauze reikte de voorzitter de prijzen uit aan vijf toondichters en aan drie toneelschrijvers, onder wie mr. A.J. Herzberg, die werd onderscheiden voor zijn toneelstuk ‘Saul's dood’, dat Albert van Dalsum koos bij de herdenking van zijn gouden toneeljubileum.

Uit naam van de verschillende groepen van prijswinnaars dankten de voorzitter van ‘Weerbaar en Paraat Limburg’, de heer A.L.H.M. Kessen, burgemeester van Heer, prof. dr. Jonxis uit Groningen, de heer D. Zuithoff, namens de Stichting ‘Kinderverzorging en Oudervoorlichting’, de heer Leon Orthel, namens de groep toondichters en Mr. A.J. Herzberg, namens de toneelschrijvers. Allen gaven o.a. als hun mening, dat de materiële kant van deze Visser-Neerlandiaprijzen natuurlijk belangrijk is, maar dat toch veel meer prijs wordt gesteld op de waardering voor de persoon en zijn werk, die uit de toekenning van deze prijzen spreekt.

Aan het slot dankte de voorzitter, de heer Koote, allen voor hun aanwezigheid bij deze plechtigheid, in het bijzonder de pers, de K.R.O. en de N.C.R.V., die van deze gebeurtenis een radioreportage maakten, voorts de ereleden, bestuursleden, leden en toekomstige leden van het Verbond.