Het Zuidvlaams
Na het noenmaal, een geschikte gelegenheid tot verbroedering, vertelde Z.E.H. Kan. Verdonck, pastoor-Deken van Steenvoorde, dat twintig jaren geleden nog in het Zuid-Vlaams werd gepreekt, maar dat de streektaal geen mogelijkheden biedt voor abstracte of wetenschappelijke, dan wel geestelijke redeneringen. Daar de streektaal niet meer werd onderwezen is deze blijven stilstaan en niet verrijkt met een nieuwe Vlaamse woordenschat.
Langs de noordgrens wordt nog Vlaams gesproken, maar niet in de steden Kassel en Duinkerke. Deken Verdonck bezigt in zijn preken lie ver Vlaamse spreuken, die men begrijpt, dan Latijnse, die men niet begrijpt. De Frans-Vlamingen, die over het algemeen in de streektaal niet kunnen schrijven of lezen, ziet spreker als harmonicaspelers, die wel een liedje kunnen spelen, maar de noten niet meer kennen. Van het Zeeuwsvlaams, dat zich gemakkelijk aanpast aan het Fransvlaams, verwacht men veel voor de groei van de streektaal. Vele oude woorden komen weer in zwang. (Daarop heeft ook reeds onze correspondent in Rijssel onlangs in Neerlandia ge wezen Red.)
De toneelvereniging ‘De Verbroedering’ uit Westouter, voerde enige fragmenten op uit het vierde en vijfde bedrijf van ‘Mensen lijk wijder’, een toneelstuk van Antoon Coolen, in het Zuidvlaams dialect omgezet door de heer Flor Barbry.
Er werd uitstekend gespeeld. In de taal van de Westhoek sprak dit stuk beter tot de luisteraars dan in het Nederlands. Voor de Zuid-Vlamingen is een toneelstuk als dit, een openbaring, die hen ontroert en doet vermoeden, dat zij uit een oud verleden, levend in hun onderbewustzijn, bekende stemmen beluisteren.
Wie deze stemming op zich heeft laten inwerken komt tot de overtuiging, dat onder de Frans-Vlamingen het eenmaal opgevatte werk hen meer Vlaams-bewust te maken, niet mag worden opgegeven.