Nogmaals de Duinkerker monumenten
In het maart/april-nummer van Neerlandia plaatsten wij twee foto's, die de heer Veltmans ons had gezonden ter verluchting van zijn artikel V.
Gebrek aan plaatsruimte noopte ons toen de plaatsing der foto's aan te houden. Deze werden in bovengenoemd Neerlandianummer opgenomen. Wij wilden niet volstaan met het plaatsen van de foto's zonder meer en gaven toen een bijschrift, ontleend aan gegevens, uit enige ten kantore aanwezige encyclopedieën.
Deze bijschriften blijken minder geluk-kig geweest te zijn. Ons Assense lid, dr. H.P. Schaap heeft er het een en ander tegen aangevoerd.
Om te beginnen vraagt hij in plaats van Duinkerken te spreken van Duinkerke, dus de slot-n weg te laten.
Voorts noemt hij Jan Bart (wij schr even Jean Bart) een geboren en getogen Vlaming, die geen woord Frans sprak. Dr. Schaap acht het misleidend te spreken van ‘Duinkerke is sedert 1662 Frans’. Lie ver ware hem geweest, als wij geschreven hadden: ‘Duinkerke maakt sedert 1662 deel uit van Frankrijk’.
Ons wordt kwalijk genomen, dat we spraken van de Duinkerker kapers (och arme, onze geschiedenisboeken!), daar zij immers vochten voor een zaak, die in hun ogen een goede zaak was en - aldus dr. Schaap - de Calvinistische Hollandse zeeschuimers, watergeuzen en kapers vochten jaren lang tegen mannen van dezelfde Dietsche stam en bedreven even gruwelijke wreedheden; daarbij verwijst hij naar Busken Huet en naar eigen werk: nl. ‘Historische Gids door Den Briel’ (Brielle, 1952).
Tot slot herinnert dr. Schaap er nog eens aan, dat hij in de jaren 1957 en 1958 met rasechte Duinkerkenaars vlot Vlaams heeft gesproken.
Hieraan voegen we nog toe, dat de heer Veltmans bij de tweede foto het volgende opmerkt:
‘Merkwaardig opschrift op de “Leughenaer”, te Duinkerke; er is daar sprake van “Boergondische vestigwallen”, doch Frankrijk heeft deze stad en ongeveer tweederde deel van het tegenwoordige departement Noord pas ingelijfd onder Lode wij k XIV, bij de Vrede van Aken in 1668.’