Geboren contrapuntist
De Franse omroep en toonaangevende muziekcritici schonken veel aandacht aan zijn werk en noemden hem o.a. een geboren contrapuntist; zij zagen in hem een Vlaming, die zijn ingevingen in zijn eigen volk zoekt en vindt.
Reeds jong verwierf hij zich onderscheidingen aan het Rijseise, later aan het Parijse conservatorium.
Als leraar in contrapunt en muziekgeschiedenis aan het conservatorium te Poitiers componeerde hij kwartetten en symfonieën voor orkest. Ter herinnering aan Dr. V. Celen componeerde Dumoulin ‘Zuid-Vlaanderen treurt’. Hiermee behaalde hij bij het Landjuweel in Frans Vlaanderen de Vital Celenprijs.
Ook op het gebied van de kerkmuziek bewoog Dumoulin zich. Niet minder dan zeven Missen verschenen van zijn bekwame hand.
De liefde tot Vlaanderen bezielt al zijn werk. Zo voelt men in zijn ‘Avond in de Kempen’ het schilderachtige schouwspel op de heide bij zonsondergang.
Graag zet hij ook Vlaamse teksten op muziek. Zo bv. ‘De Zwane’ van Rodenbach, liederen van J. Utendale, de Vlaamse volksdichter, en de Avondklok van de Frans-Vlaming Despicht.
Deze geboren en getogen Rijselaar heeft het voorts door aanhoudende vlijt zo ver gebracht, dat hij een onberispelijk, puik en boeiend Nederlands schrijft. ‘Geschiedenis van een Dood’ en ‘Russisch-Frankrijk’ strekken hem tot eer.
Geen jaar gaat voorbij of hij pelgrimeert in Nederland, bezuiden en benoorden de Moerdijk.
In Noorwegen is hij thuis. Zijn opus ‘Halling’ is door het hoge Noorden ingegeven. In nationale programma's zond Noorwegen zijn ‘Over en digt av Ibsen’ (Over een gedicht van Ibsen) herhaaldelijk uit.
De gewestelijke omroep-Kortrijk nam het initiatief drie van zijn liederen: Wiegeliedje", ‘Drinklied’ en ‘Als kermis is te Penepoel’ op woorden van Utendale uit te zenden.
Mogen Vlaanderen en Nederland, zo besluit onze medewerker, aan Dumoulin de kans bieden bij zijn stamgenoten de plaats in te nemen, waarop hij tenvolle recht heeft.