Neerlandia. Jaargang 63

[p. 36]

Haagse afdeling vernieuwde banden met Oost-Vlaanderen

Zaterdag 6 juni brachten leden van de afdeling Den Haag, versterkt met enige genodigden, onder wie een viertal Antilliaanse studenten, in totaal een zestigtal personen, een bezoek aan Oost-Vlaanderen, in het bijzonder aan Gent. De pas afgetreden verbondsvoorzitter, die al enige maten naar Gent was geweest voor de afwikkeling van zaken met betrekking tot het herstel en de overdracht van het grafmonument voor Hippoliet Meert, en Mevrouw Schouten maakten deze tocht mede.

Foto Belg. Verkeerbureau A'dam
Kerk en Stadhuis te St. Niklaas-Waes

De culturele attaché van de Belgische ambassade, dr. Mariën, toonde zijn belangstelling voor deze tocht. In de prille ochtend - het vertrek der bussen was bepaald op half acht - was hij aanwezig op het Plein om het gezelschap goede reis en een prettige dag in Vlaanderen toe te wensen. Een zeer vriendelijk gebaar, dat bijzonder werd gewaardeerd.

Over Rotterdam, Zundert (met het huis, waarin Vincent van Gogh jaren heeft gewoond), Brasschaet met zijn prachtige villa's en bloeiende rododendrons, Antwerpen en St. Niklaas-Waas, waar in restaurant Spiegel een kop koffie werd gebruikt, bereikte het gezelschap tegen 12 uur het Gentse stadhuis; de stam ver wante gasten werden hier ontvangen door een der Schepenen, de heer H. Verhaast, die de verhinderde burgemeester Claes verving. In zijn begroetingsrede zei hij ongeveer het volgende:

Ten stadhuize

In opdracht van het College van Burgemeester en Schepenen begroet ik in dit oude stadhuis het Algemeen Nederlands Verbond en verwelkom U van harte in onze stad. Is er in onze beide landen, zo vraag ik mij af, wel één groep aan te wijzen, die, zoals het Verbond op doordachte wijze gedurende tientallen jaren heeft gestreefd naar het uitvoeren van haar doelstellingen en die zoveel heeft gepresteerd ter bevordering van de expansie van de onderlinge gemeenschap tussen stamverwantegroepen! Ik zal geen ‘historiek’ geven van Uw Verbond, daar Uw drukprogramma ons daartoe niet de tijd laat. Maar ik wil slechts enkele aspecten uit het verleden in de herinnering terugroepen, nl. het verstrekken van studiebeurzen, het uitlov en van prijzen voor wedstrijden en examens, waarvan vele Vlamingen profijt hebben gehad en de vele arbeid, die is verricht om Noord en Zuid vooral cultureel tot elkaar te brengen, waaronder ik ook reken de culturele uitwisselingen.

U, zowel als ik, weten" dat er tussen Noord en Zuid ook verwijdering is gekomen, maar des te meer stel ik het op hoge prijs, dat het Algemeen Nederlands Verbond nauwere aanraking zoekt. Dat is een lofwaar dig plan, dat eerbied afdwingt. Daarom kan ik U zo van harte welkom heten en ben ik er fier op, dat ge dit jaar Gent hebt uitgekozen voor Uw tochten naar Vlaanderen.

Onze gouw heeft veel gestreden voor het behoud van zijn vrijheden; de stad heeft zijn vechtlust behouden, als het gaat om de verdediging van taal en zeden. Gent zal U vele monumenten tonen, veel schoonheid uit oude en nieuwe tijd. Vele van die monumenten zijn een zwijgende getuigenis van de in de loop der eeuwen getoonde onverwoestbare strijdlust voor de vrijheid, wars als deze stad en haar bevolking was van elke inmenging in haar aangelegenheden.

Het is de wens van onze stad, dat ge een onuitwisbare herinnering zult bewaren aan Gent.

Wat wij van Gent weten

De voorzitter van de afdeling 's-Gravenhage, de heer F. Koote, sedert enige weken ook voorzitter van het Verbondsbestuur, de heer Verhaast hartelijk dankend voor zijn vriendelijke woorden van welkom, gaf in een geestig wederwoord in het kort aan, wat een Haagse scholier van tien, boven de tien, een scholier van de middelbare school (in België, het atheneum) en een student zouden antwoorden op de vraag: ‘Wat weet ge van Gent?’ Aan al die wetenswaardigheden over Gent zou het Verbondslid dan nog toevoegen, dat op een der begraafplaatsen in Gent een sober monument de plaats aanduidt, waar Hippoliet Meert in 1924 (gestorven in Middelburg) werd te ruste gelegd, Hippoliet Meert, de grondvester van het Verbond. Dit monument is ook met U en onze medewerking in 1957 hersteld, eigenlijk vernieuwd. De leden van ons Verbond weten ook alles van de ver-vlaamsing van Uw hogeschool, van het Erasmus Genootschap en de door dit Genootschap reeds sedert elf jaren gehouden voortreffelijk Gentse cultuurdagen.

Gent had eens een bloeiende afdeling van het Verbond. Deze afdeling bestaat eigenlijk niet meer. De nog overgebleven leden zijn ondergebracht bij de afdeling Brussel.

Daarom stellen wij - zo ging spreker voort - Uw hartelijke wijze van ont-vangst nog meer op prijs en hopen nog altijd op een blijvende verbroedering van beide volken, die toch mogelijk is, aan-gezien wij één van ‘tale’ zijn.

Tot ons programma behoort ook het leggen van bloemen op het graf van Hippoliet Meert.

Wij hebben een mededeling ontvangen van een toeristische fotowedstrijd, waaraan iedereen kan deelnemen. Onder ons gezelschap zijn enige leden met een fototoestel. Wellicht, dat zij ook enkele van hun opnamen zullen inzenden.

Maar hoe het zij, wij alleen hebben vandaag ook onze lens, ons oog tot onze beschikking. En de door die lens opgenomen beelden, al die negatieven, worden vastgelegd in ons hart. Deze beelden uit het oude Gent zullen straks in het Noorden ongetwijfeld kunnen bijdragen tot het versterken van de onderlinge banden tussen Nederland en Vlaanderen.

Rondgang

Na het zetten van ieders handtekening in het Gastenboek, gaf Schepen Verhaast

[p. 37]

het gezelschap over aan de heer Antoine van de Walle, directeur van de Dienst voor Toerisme der stad Gent, die op prettige wijze allerlei bijzonderheden vertelde over de gemeenteraadszaal, de Pacificatiezaal en de Trouwzaal.

De andere zalen waren wegens allerlei andere feestelijkheden bezet en konden dus niet worden bezocht.

De gemeenteraadszaal, vroeger vergaderzaal van de Schepenen der Keure (wetten) behoort tot de oude kern van het in 1482 door Waghemakere en Keldermans gebouwde Schepenhuis.

Een schilderij van de kroning van Karel V tot Duits keizer en van koning Leopold I, eerste koning der Belgen, sieren de wand.

In de Pacificatiezaal komt men wel sterk onder de indruk van het feit, dat in 1576 Prins Willem de Zwijger er in die zaal in slaagde een godsdienstvrede, de pacificatie van Gent te sluiten. Deze zaal was Gerechtszaal, sedert 1518. Wijzende op de wapenschilden onder de plafond in de ingangshal van de patriciërs: ‘Bette’, ‘Viliain’ en ‘Triest’ gaf de heer v.d. Walle daarop een aardige woordspeling, luidende: "Pour avoir appartenu à une famille patricienne gantoise, il fallait etre ‘Bette’, ‘Vilain’ ou ‘Triest’ (homoniemen van bête, vilain en trieste).

In de Raadskelder

Na deze rondleiding gebruikte het gezelschap in de beroemde 14de eeuwse Gentse Raadskelder een noenmaal, dat er wezen mocht.

Een aardig moment tijdens deze maaltijd was het on verwacht mede aanzitten van prof. dr. Paul de Keyser, de laatste voorzitter van de afdeling Gent. In een korte toespraak deelde hij mede, dat hij van jongs af lid was van het Verbond, eerst van een jeugdafdeling, later als student en weer later als volwassene. Reeds 36 jaar is hij professor aan de Gentse hogeschool. De afdeling is niet dood, zo zei hij, maar ze slaapt. Een der redenen van de terugloop in ledental was de oprichting van vele andere gelijkgerichte verenigingen, die de leden aftrokken van het Verbond. Hij zag nog wel mogelijkheden voor het weer oprichten van de afdeling en voor het weer opne-men der werkzaamheden om nieuwe banden te smeden tussen Noord en Zuid.

Een bezoek als dit, zo besloot hij, is een stimulans voor de gedachte aan een heropleving van een beweging, waaraan indertijd Hippoliet Meert al zijn krachten heeft gegeven.

Even later zette de heer E.J. de Groote zich ook aan de dis. Hij wilde met liefde zijn zaterdagmiddag geven om een gedeelte van de gasten door Gent rond te leiden. Een tweede groep zou dan onder leiding van de heer Van den Broucke van het Vreemdelingenverkeer staan.

De ondervoorzitter van de Haagse afdeling, ir. L.L.W.v. Soest, vergezeld van enige leden, begaf zich naar het graf van Hippoliet Meert om daar bloemen te leggen, uit erkentelijkheid voor alles wat hij heeft gedaan voor het Verbond dat zijn grote liefde had.

Gentse schoonheid

Tijdens de rondleiding door Gent werd uiteraard grote aandacht geschonken aan het Belfort, de vele monumenten in Gent, de St. Baafskathedraal, eertijds St. Jans Kerk, waarin keizer Karel V is gedoopt, met het wereldberoemde veelluik ‘De aanbidding van het Lam Gods’ van de gebroeders van Eyck, schilderij en van Rubens, Joost van Wassenhove, de rococopreekstoel van Laurent Delvaux, een geschenk van de enige Gentse Maecenas, monseigneur Antoine Triest, die tevens de eerste plantenkas in Europa liet bouwen en daarmee de voorloper is geworden van de bloemisterijen rondom Gent.

Na de kathedraal bezochten de Hagenaars nog vele plekjes in Gent, o.a. de Korenmarkt (of de Kuip) met monument voor Jan Frans Willems, de vader van de Vlaamse Beweging, de Koninklijke Nederlandse Schouwburg, voorts de Graslei met de prachtige gildenhuizen, 's Gravensteen, oude herenhuizen zoals Achtersikkel en Kleine Sikkel; men genoot van de kijk op de drie torens, vanaf de Hoge Brug, bewonderde de Roelantsklok, het St.-Veerleplein en nog heel veel meer. In de Arteveldeclub werd de thee gebruikt; na de stadsomgang gingen velen nog wat door de stad wandelen en winkelen.

Cliché CGT-Foto Dédé
Gezicht op de beroemde Gentse monumentenrij

Men kan eigenlijk niet zeggen, waarover de deelnemers aan deze tocht naar Gent nog meer enthousiast waren, over de pracht van oud en nieuw Gent, of over de wijze, waarop de heren de Groote en Van den Broucke zich hebben uitgeput; zij hebben de rondleiding tot een leerzaam feest gemaakt.

Dank, hartelijk dank mijne heren, voor al wat ons, kennelijk met zoveel liefde en warmte, maar vooral ook met deskundigheid, werd gegeven.

Tegen 6 uur vertrokken de bussen naar Antwerpen, waar ieder nog even zijn gang kon gaan. De een maakte een korte wandeling, de ander zette zich neer in een der honderden restaurants om nog een kleine hart versterking te nemen.

Iets over 9 uur ging het dan noord-waarts, langs dezelfde route terug naar Den Haag.

Onvergetelijke dag

Een heerlijke dag lag achter ons. Grote dankbaarheid vervulde ons hart jegens het bestuur van de Haagse afdeling, in het bijzonder de heren Koote en Burger, die zoveel werk hebben verzet om deze onvergetelijke tocht op voortreffelijke wijze voor te bereiden.

Wéér een grote dag in de annalen van de geschiedenis der afdeling Den Haag. Wij waren over de grens, maar gevoelden ons weer echt ‘onder eigen volk’.

Een woord van dank ook voor de chauffeurs der beide bussen van de Rotterdamse busonderneming ‘Europa Express’. Uitnemende, voorzichtige busvoerders, die hoffelijk de dames hielpen bij het in- en uitstappen en tijdens de rit aardige bijzonderheden voor de microfoon vertelden over al wat het opmerken waard was.

Dit verslag wordt besloten met de wens: Moge Vlaanderen ons gaan kennen en waarderen, zoals wij Vlaanderen meer en meer leren kennen en waarderen.