De eeuw van het kind
Omstreeks 1900 begint de eeuw van het KIND. Een van de eersten die, vanuit een juiste houding over het kind schreef, was Nienke van Hichtum met Afke's Tiental, dat nu nog wordt gelezen. Daarna volgt een hele reeks van schrijfsters, van wie wij slechts noemen: Top Naeff (Schoolidyllen), Marie van Zeggelen (De gouden kris), Marie Boddart (Boswitha), Nannie van Wehl, C.M. van Hille-Gaerthé en Anna van Gogh-Kaulbach.
Van de schrijvers van jongensboeken noemen we Chr. van Abkoude, Joh. Been, Jan Feith, Joh. Kiewiet, J.B. Schuyl en Kees Valkenstein.
Tussen de beide wereldoorlogen verschenen er in Nederland ook goede kinderboeken, o.a. van Cissy van Marxveldt, Diet Kramer, Cor Bruijn en Leonard Roggeveen.
Na de geschiedenis van het jeugdboek verteld te hebben ging de schrijfster wat dieper in op het jeugdboek zelf en op de eisen, welke men aan dit boek mag stellen. In 1939 dachten de ingewijden, dat zij het psychologisch-pedagogisch verantwoorde kinderboek bezaten, maar de oorlog maakte hieraan een eind. Na 1945 bloeiden de beeldromans en strips, die mevr. Vollewens wat nader bekeek.