Neerlandia. Jaargang 63
(1959)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
Het genootschap ‘De Nederlanden in Europa’Blijkens de beginselverklaring van het Genootschap ‘De Nederlanden in Europa’ worden de belangen van een betrekkelijk kleine cultuurgemeenschap als de onze - de 15 of 16 miljoen Nederlandssprekenden in Nederland en België - door de bestaande en voortschrijdende organisatie van Europa beroerd op een wijze waaraan men gewoonlijk te weinig aandacht schenkt. Dit is de overweging, die in 1957, na een bijeenkomst van Nederlanders en Vlamingen in Mei van dat jaar op de Pietersberg te Oosterbeek gehouden, heeft geleid tot de oprichting van het genootschap ‘De Nederlanden in Europa’. De oprichters van dit genootschap zijn vrij wel allen voortgekomen uit de Dietse beweging, meer in het bijzonder uit de Dietse studentenbeweging van de periode tussen de twee wereldoorlogen. | |
Wat het genootschap wilBij de oprichters van het genootschap leeft thans de gedachte, dat het voor de opbouw van een nieuwe wereld van grote betekenis is te werken aan gezonde grondslagen voor de verhouding der volken. Een stelselmatige samenwerking der Nederlandstalige gewesten is daartoe een wezenlijke bijdrage. Daarbij wordt in het bijzonder gedacht aan het vinden van een eigen Nederlandse koers in de grotere gemeenschap van Europa.
Evenals twintig jaren geleden gaat het ook nu nog om een zo groot mogelijke samenwerking tussen Vlaanderen en Noord-Nederland. De wijze waarop en het kader, waarin we moeten werken, zijn veranderd. Het is de onmiskenbare verdienste geweest van de vroegere Dietse beweging, dat ze tussen Noord-Nederlanders en Vlamingen inniger betrekkingen en in het Noorden voor Vlaanderens noden een beter begrip geschapen heeft dan ooit tevoren sedert 1830.
Het genootschap ‘De Nederlanden in Europa’ verwacht niet, dat in een handomdraaien een brede stroming in het leven geroepen kan worden om het gebrek aan samenwerking in het tegendeel te doen verkeren, maar wel moet het mogelijk zijn, een groep mensen bij een te brengen - voornamelijk het vooroorlogse geslacht -, die, hoewel overtuigd van de algemeen Nederlandse belangen, die op het spel staan, afzonderlijk weinig konden uitrichten en daarnaast moet die groep belangstelling kunnen wekken onder het jongere geslacht. | |
Bijeenkomst te BrasschaatOp 15 en 16 november 1958 was een zeventigtal Vlaamse en Noordnederlandse belangstellenden, onder wie een flink aantal jongeren van Vlaamse zijde, bij een te Brasschaat. De eerste dag sprak prof. dr. de Langen, directeur van de Algemene Kunstzijde Unie te Arnhem, die vooral inging op de economische zijde van het integratievraagstuk. Een groot zakelijk voordeel voor elk van de aan de eenwording van Europa deelnemende landen zag hij in de te verwachten vergroting van de welvaart. Nederlanders en Vlamingen in het bijzonder hadden hierbij veel belang, omdat de bevolkingstoeneming van het Nederlandse volksdeel de grootste was in Europa. Van een verdwijnen van de tolgrenzen moest z.i. het Deltagebied, met de zo gunstig gelegen havens Rotterdam en Antwerpen, bij uitstek voordeel ondervinden. Daar het afzetgebied van goederen in de Benelux te gering is zou, rekening houdende met de toenemende bevordering van de nijverheid in Zuid-Amerika, Azië, Afrika en Australië, en ook met het wegvallen van afzetmogelijkheden in die landen, een vergroting van de uitvoer binnen Europa, van groot belang zijn. Een onstoffelijk voordeel zag de inleider in de verhoging van het welvaartspeil, omdat dit voor de gemiddelde Vlaming zou betekenen een versterking van zijn economische omstandigheden tegenover de franstaligen in België. En dat zou hem een grotere mate van onafhankelijkheid en fierheid geven. Economische samenwerking in Europa zou zonder twijfel een verdere verflauwing van staatkundige grenzen betekenen, ook tussen Nederland en Vlaanderen, al hangt dat ook af van de positieve krachten, die er in dit opzicht zouden optreden. Een gevaar ziet spreker in een nog verdere samentrekking van mensen op een klein gebied, hetgeen een verdergaande verstedelijking van de bevolking met zich medebrengt. En dat kan weer verlies van karakter en van het eigene, dat ons in het Nederlandse volk verbindt, veroorzaken: afbrokkeling van volks- en taaleigen dus. Een ander gevaar zag prof. de Langen in de mogelijkheid, dat de laat ontwikkelde Nederlandse industrie zich niet zou kunnen handhaven tegenover de reuzenbedrijven in andere landen en vooral ook in een voortgaande vervreemding van het Nederlandse aandelenkapitaal, dat tot gevolg zou kunnen hebben, dat op den duur vele Nederlandse bedrijven in buitenlandse handen zouden geraken. Deze toestand is in Vlaanderen, waar het grootste deel van de industrie reeds in niet-Vlaamse handen is, reeds lang aantoonbaar. Volkomen versmelting van alle volken, hetgeen velen voor wenselijk schijnen te houden, acht prof, de Langen in strijd met het grote beginsel van de schepping: verscheidenheid. Voor deze daad Gods past het de mens eerbied te tonen. Daarom moeten wij, zo besloot spreker zijn rede, het eigene in ons volk, dat goed is, bewaren en trachten ons in Europa te doen gelden. | |
De positie van het NederlandsDe burgemeester van Antwerpen, mr. L. Craeybeckx, behandelde in de avondvergadering de vraag wat er te verwachten is voor de positie van de Nederlandse taal in de verschillende gestichte en nog te stichten Europese organen. Met voorbeelden toonde hij aan, van welk een groot belang het is, dat bij besprekingen de afgevaardigden zich zo duidelijk en zuiver mogelijk uitdrukken en dat dit, uitzonderingen daargelaten, alleen mogelijk was in de eigen taal. Spreker heeft zich wel eens afgevraagd of de Vlaamse vertegenwoordigers geen schade deden aan het eigen volksbelang door hardnekkig vast te houden aan de rechten van het Nederlands. Maar, aldus zijn mening, hoeveel ook te bereiken is met passieve kennis van vreemde talen, het actief kennen van zo'n taal was een zaak van volkomen andere aard. Een volmaakte taalbeheersing was bij de vertegenwoordiging van een volk van het grootste belang. Daarom was het van bijzonder gewicht, dat onze vertegenwoordigers in internationale vertegenwoordigende lichamen hun eigen taal kunnen gebruiken. Daar het Nederlands reeds erkend is als officiële taal in de K.S.G. en in de E.E.G. dient van dit recht ten volle gebruik te worden gemaakt. | |
De tweede dagIn de middagvergaderingen van de tweede dag voerden de heren J. Fleerackers en H.J. Brinkman, die beiden in de organisatie van de naoorlogse studentencongressen een grote rol hebben gespeeld, het woord. De heer Fleerackers, die het standpunt der Vlaamse jongeren vertolkte, merkte op, dat het vooroorlogse geslacht, naar zijn indruk, meer idealistisch, het na-oorlogse meer realistisch was ingesteld. Vóór de oorlog had de nationale gedachte iets revolutionairs, nu worden nationale rechten erkend en stellen de jongeren zich in op practische doeleinden. De oppervlakkigheid van het jongere geslacht was z.i. een oppervlakteverschijnsel. De jeugd van nu toont nu eenmaal meer belangstelling voor sociaal-economische dan voor taal- of cultuurvraagstukken. Daarom stond de Vlaamse jeugd ook enigszins twijfelend tegenover de grootnederlandse congressen van na de oorlog, omdat deze voor hen geen feiten, geen verwezenlijkingen betekenden. Ook in het vraagstuk Brussel zocht men het minder in de taalstrijd en in de politiek dan in sociaal-economische oplossingen. | |
Het Noordnederlands gezichtpuntOok de heer Brinkman besprak de verhoudingen der geslachten. Hij meende, dat er meer aanleiding was te geloven aan een band dan aan een verschil tussen de jongere en oudere geslachten. De Europese integratie wilde hij bevorderen, waar dat nodig en mogelijk is. Ook de supranationale organisatie, gedacht in federatieve vorm, wilde hij aanvaarden, maar niet de integratie om zich zelf. Regionaal zelfbestuur zou zo groot mogelijk moeten zijn. De jeugd was minder bezorgd voor de invloed van het Frans dan voor binnensijpeling van Engels en Amerikaans. Hem was niet gebleken, dat de jeugd van heden last heeft van minderwaardigheids-gevoelens tegenoyer andere volken.Ga naar voetnoot*) |