Drie Landen Een koninkrijk
23 januari is de Haagse afdeling haar werkzaamheden in dit jaar begonnen. Het was een mooie avond met een leerrijk betoog over bovenstaand onderwerp en een paar prachtige films over de twee delen van het nieuwe Koninkrijk buiten Europa.
De heer Koote heette het gezelschap - de Tuinzaal in het Parkhotel was grotendeels gevuld - welkom en wekte de hoorders, onder wie nog verscheidene niet-A.N.V.'ers, op zich aan te sluiten bij het A.N.V. Hij vroeg aandacht voor het prachtige programma voor de maand februari.
Vóór de pauze sprak de heer drs. Jonkers, hoofd afdeling Nederlandse Antillen en Suriname van het ministerie van zaken overzee, over het in 1954 tot stand gekomen Statuut. In zijn inleiding liet hij zien hoe belangrijk dit Statuut is: onze Grondwet moet het Statuut volgen, d.i. een revolutie in ons staatsrecht. Het buitenland begrijpt dit koninkrijk niet helemaal: Nederland 11 miljoen inwoners, de twee andere landen slechts enige honderdduizenden.
Daarna schetste de heer Jonkers de ontwikkelingsgeschiedenis van Curaçao en Suriname. Op Curaçao bepaalde het Schottegat de geschiedenis van dit eiland en omgeving. Altijd is Curaçao het centrum van de handel geweest, ook van de slavenhandel. Na de Napoleontische tijd werd het een ‘armoekolonie’ tot 1914. In het begin van deze eeuw komt de onwenteling: de olie. In 1914 woonden er 30.000 mensen en nu 120.000.
In 1585 werd Suriname door de Zeeuwen op de Engelsen veroverd. Er waren toen dikwijls vreemde bepalingen; zo was b.v. een wettig huwelijk tussen een blanke en een zwarte verboden: de zwarte had geen ziel. Ook hier slavenhandel en wel tot 1864. In 1765 was Suriname onze rijkste kolonie, daarna ging het bergafwaarts. Den Haag bemoeide zich te veel met Suriname, ofschoon de regering er te weinig van wist.
Na de tweede wereldoorlog kwam de grote omkeer en werd het Koninkrijk gebouwd, gedeeltelijk op twee zuilen: zelfstandigheid en verbondenheid. De verhouding tussen de drie landen berust op wederzijds vertrouwen en dit is tot nog toe niet beschaamd. De landen moeten elkaar helpen en bij stand bieden.
Spreker wees o.a. op de hulp, die wij in 1953 kregen na de overstromingen; nu wordt er met onze financiële hulp gewerkt aan het Tien-Jarenplan. Het laatste deel van de ontwikkeling heeft spreker van zeer nabij meegemaakt.
De lof, hem na zijn voordracht door de heer Koote toegezwaaid, kwam hem ten volle toe.
Na de pauze twee interessante rolprenten: ‘het Tien-jaren-Plan van Suriname’ en ‘het bezoek van H.K.H. Prinses Beatrix aan de Ned. Antillen’.
Men ziet op de film waartoe Suriname in staat is, dank zij ook Nederlands geldelijke steun. Oerwouden worden veranderd in vruchtdragende akkers, woningen en schuren verrijzen snel, wegen worden aangelegd. Veel voorlichting wordt gegeven, zowel individueel als aan scholen. Het kost dan ook heel veel tijd en moeite om van die eenvoudige mensen, werkzame, zich van hun verantwoordelijkheid bewuste personen te maken.
De prachtige kleurenfilm over het bezoek van Prinses Beatrix liet goed zien, hoe het gehele Antilliaanse volk meegeleefd heeft met al de ontvangsten en feesten. En overal straalde de prinses met haar open, gul gelaat.
De dank, gebracht aan de heer Van der Harst, die gezorgd had, dat het A.N.V. over deze filmen kon beschikken, was volkomen verdiend. Onze andere afdelingen zouden moeten trachten de beschikking te krijgen over deze rolprenten en over.. deze spreker.
v.L.