Neerlandia. Jaargang 63
(1959)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermdIndrukken en aantekeningen over Frans- en Zuid-VlaanderenGa naar voetnoot1)
| |
ProtestenIn Zuid-Vlaanderen werd op felle wijze tegen deze wet, die op 11 januari 1951 werd bekrachtigd, geprotesteerd. In dagen weekbladen door het ‘Vlaams Komitee van Frankrijk’, door de bekende Duinkerkse journalist Ak Salignon en vele anderen werden protest-nota's en -artikelen geschreven, het volk werd wakker geschud, doch de beruchte wet is niet ongedaan gemaakt of veranderd in een voor het Nederlands gunstiger zin. In het kader van Euromarkt, Euro torn en N.A.V.O. doet Frankrijk een beroep op onze Europese solidariteit, doch wij behoeven het ons heus niet te laten welgevallen, dat onze taal door een maatregel van de Franse Staat eenvoudig verboden is. Op 10 december 1948 werd in de algemene vergadering der Verenigde Naties de ‘Universele verklaring van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden’ aangenomen en geproclameerd, doch niet ondertekend door Frankrijk en Oostenrijk. | |
Geen Nederlandse steun‘De Nieuwe Limburger’ (Maastricht) van 15 nov. '557 tekent aan: ‘"En niemand in Nederland kwam in beweging (na de publikatie van de wet). Niemand dacht eraan een gepaste tegenmaatregel uit te vaardigen. De “Alliance Française” werd ook in Nederland geen haarbreed in de weg gelegd. Maar onze Vlaamse Zuiderburen begonnen zich af te vragen, of ze in hun moeilijke en zware taalstrijd konden rekenen op de natuurlijke bondgenoten. De ministers in Den Haag antwoordden bevestigend, doch spraken Belgische vertegenwoordigers toe in het Frans. In Brussel toonden ze opnieuw hun bedrevenheid in de Franse taal en maar weinigen vonden het gewenst te wijzen op deze zoveelste slag, toegebracht op beide kaken van de Vlamingen, in België en Noord-Frankrijk. Deze “Fransen” zijn erg trots op hun taal, hetgeen de nog altijd Vlaamssprekende burgemeester van Duinkerken gaarne wil onderschrijven.’
Even verder gaat het blad voort: ‘Maar zolang het Nederlandse Consulaat-Generaal te Parijs brieven aan in Frankrijk wonende Nederlanders schrijft in de Franse taal, betwijfelen wij, of het klimaat rijp is voor onze taalverdediging’.
Het maandblad ‘Onze Taal’ schrijft o.m.: ‘,Het prestige van het Nederlands als Europese cultuurtaal in het naar een-heid groeiende Europa is met de Frans-Vlaamse kwestie gemoeid’ en het gaat even in op de trieste gang van zaken na de Tweede Wereldoorlog.
De schrijver herinnert aan de opleving van het Nederlands na de Eerste Wereldoorlog, maar na de tweede wordt de Z.-Vlaamse Beweging verboden en vervolgd. Een weergaloze verdachtmaking volgt. Ofschoon de rechtbank te Rijssel de Beweging van separatisme en samenwerking met de vijand moet vrij spreken, ontlaadt zich van de zijde der Franse ambtenaren een onbegrensde afkeer van alles wat Zuid-Vlaams kan zijn J. VELTMANS. (Wordt voortgezet) |
|