Een Vlaamse taal?... een onuitroeibaar misverstand
Het Vlaamse blad ‘De Post’ van 11 januari wijdt een beschouwing aan het plan de Nederlandse film ‘Fanfare’ o.a. in het Vlaams na te synchroniseren. En zo merkt Wout Wellinck, die in De Post de rubriek ‘Van week tot week’ verzorgt, op:
Nu vrees ik maar weer het ergste. Want wij kennen sinds jaar en dag het grote misverstand over Vlaams. Een Vlaamse taal bestaat niet; het Vlaams, goed gesproken en geschreven, is Nederlands. Een enigszins ander accent, wat zachtere medeklinkers, wat meer gerekte klinkers, maar het blijjt Nederlands. Wat we wel hebben is een verzameling Zuid-Nederlanders, die we aanduiden met Vlamingen, omdat ze nu eenmaal grotendeels in de provincie Vlaanderen wonen en die, helaas, te weinig hun goede Nederlands spreken en het gemakkelijker vinden om voort te gaan in een dozijn dialecten. Wat die Hollanders daar in hun hoofd hebben is natuurlijk plat Antwerps en dat hebben ze opgepikt uit de drabbige lolfi'mpjes van madam Kiel - mooi zo, als dat de kultuur van de Vlamingen is, dan zullen ze op hun wenken bediend worden.
Beste vrienden, blijf ons van het lijf met die Vlaamse vertaling van uw Nederlandse film. Bedenk om te beginnen, dat ze in Antwerpen een heel ander dialect spreken dan in Gent, in Hasselt iets heel anders dan in Oostende. Er is geen beginnen aan, om iets in het ‘Vlaams’ te vertalen. En het is even absurd, precies even absurd, als het nasynchroniseren van die film in plat Amsterdams, in het dialect van de Limburgse mijnwerkers, de Twentse katoenspinners of de Veluwse boeren.
Dit alles is natuurlijk terug te voeren tot het algemene misverstand over Vlaanderen, dat in Nederland bestaat. Ze hebben daar allemaal in hun schooljaren als verplichte lectuur Pallieter moeten lezen en er een soort complex van overgehouden. De Vlamingen, dat is een boers volkje met als enige alfabeet in hun midden een meneer pastoor. De Vlamingen, dat zijn simpele lieden met beperkte geestvermogens, die zich volstoppen aan reusachtige feestmalen en in hun blote flikker in de rivieren zwemmen, dixit Felix Timmermans. De Vlamingen, dat zijn de boertjes van Nest Claes en Van Hemeldonck, die we alleen maar kunnen benaderen in hun sappig taaltje (zo heet dat over de Moerdijk) met een eindeke worst van het verken en vooral niets méér.
O zeker, ze hebben ooit iets gelezen van Willem Elsschot, van Marnix Gijssen, van Lampo of van Claus, maar dat zijn de ware Vlaamse schrijvers niet. De ware Vlaamse schrijvers zijn, voor hen alleen de folkloristen, die met hun pen het grote misverstand bestendigen als zou Vlaanderen één groot, schilderachtig, Bruegheliaans boerendorp zijn.
Hebben we een Nederlandse film gemaakt? Laat ons dan fluks afdalen tot Vlaams peil en ze nasynchroniseren in het Vlaams, anders verstaan ze het niet, anders gaat het die sukkelaars te hoog. Zo is het toch, nietwaar brave vrienden uit Den Haag en Amsterdam? Het is uw schuld niet, dat ge deze opvattingen over Vlaanderen gekregen hebt. Ik weet het: het zijn Vlamingen, die dit misverstand hebben gevestigd en bestendigd. Maar die Vlamingen zijn sinds dertig jaren achterhaald door de tijd en het blijft, anno 1959, een misverstand, dat ge zo spoedig mogelijk zult moeten herzien.