Neerlandia. Jaargang 63
(1959)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
Viering Dingaansdag in Den HaagDe haagse afdeling van het Algemeen Nederlands Verbond belegde op 16 december een bijeenkomst in de Rolzaal ter plechtige herdenking van Geloftedag of Dingaansdag, de dag waarop de Boeren in 1838 bij de Bloedrivier een grote overwinning behaalden op de verraderlijke Dingaan, koning der Zoeloes. De voorzitter der Haagse afdeling, de heer F. Koote, heette de aanwezigen welkom en wenste de Nederlandse ambassadeur in Pretoria, dr. Jan van den Berg geluk met de toekenning van een ere-doctoraat in de letteren en wijsbegeerte door de universiteit van Stellenbosch.Ga naar voetnoot1) Met een kort woord lichtte daarna de ambassadeur van de Unie van Zuid-Afrika, dr. F.E. Geldenhuys, de betekenis toe van Geloftedag. Hij sprak zijn waardering uit voor het initiatief van het Algemeen Nederlands Verbond, dat jaarlijks met de Afrikaners deze dag herdenkt. De algemeen secretaris van het Afrika-Studiecentrum te Leiden, mr. P.J. Idenburg, hield voor een stampvolle zaal een leerrijke rede over de aspecten van de strijd voor het behoud van de Nederlands-Afrikaanse cultuur in de 19de eeuw. Spreker vroeg de aandacht van zijn publiek voor het merkwaardige feit, dat, ondanks de overmachtige invloed van de Engelse taal en cultuur en het vrij sterke isolement der Boerenbevolking, afgesneden van de band met de Nederlanden, de Afrikaanse taal en de Afrikaanse beschaving behouden bleven. Na 1814, toen het Britse bestuur over de Kaap door het verdrag van Londen definitief werd, miste de Nederlandse taal aldaar elke rechtstreekse steun uit het moederland. | |
Engels ambtelijke taalReeds in 1822 proclameerde Lord Somerset de invoering van het uitsluitend gebruik van de Engelse taal in ambtelijk verkeer en rechtspraak. Drieduizend Engelse kolonisten vestigden zich in 1820 in de oostelijke Kaapprovincie. Nederlandse predikanten en onderwijzers kwamen niet of nauwelijks meer aan bod. In hun plaats stelde de overheid Schotten aan, wier godsdienstige overtuiging, naar men meende, bij die van de bevolking aansloot. Erger was nog, dat na 1814 onder de leidende kringen te Kaapstad en omgeving in toenemende mate kennis van de Engelse taal en het zich eigen maken van Engelse opvattingen en gebruiken als toetssteen van beschaving werden beschouwd. In Nederland zag men de betekenis van het onderhouden van een band met de Kaap niet in; er was weinig bereidheid onder theologen en onderwijzers zich beschikbaar te stellen voor de Kaap. | |
Dr. Faure als baanbrekerAan dr. Faure, die in Utrecht in de theologie had gestudeerd, komt de eer toe in 1824 reeds te zijn begonnen met een tweemaandelijks ‘Nederduits-Zuidafrikaans tijdschrift’, dat helaas weinig lezers wist te trekken, maar toch een eerste poging betekende de stelselmatige beoefening van de Nederlandse letterkun-de aan de Kaap te bevorderen. Dank zij ook zijn bemoeiingen werd in 1829 het Zuidafrikaans Atheneum gesticht, spoedig een middelpunt van Nederlands geestesleven aan de Kaap. | |
Andere strijdersDoor de oprichting van ‘De Zuid-Afrikaan’ in 1830, een blad dat tot 1871 in leven bleef en dat de belangrijkste periodiek in de Zuidafrikaanse journalistiek werd, streed men dapper voor Afrikaanse belangen en voor het Afrikaanse volkseigen. In 1833 volgde de stichting ‘Maatschappij ter uitbreiding van Beschaving en Letterkunde’, die het ‘Nederduits Zuid-Afrikaans Tijdschrift’ tot officieel orgaan verkreeg. Nog noemde mr. Idenburg de namen van twee Hollandse schrijvers, Charles Etienne Boniface, een Fransman, die zich in 1807 aan de Kaap had gevestigd, en Joseph Suasso de Lima, een te Amsterdam geboren Portugese Israëliet, die met dr. A.N.E.E. Changuion hulde verdienen voor hetgeen zij deden ter bevordering van de Nederlandse taal. Deze Changuion, student in de letteren en godgeleerdheid aan de universiteit te Leiden, ging op verzoek van de Leidse faculteit der letteren en wijsbegeerte in 1831 naar Kaapstad, waar hij werkzaam was aan het Atheneum. Hem is Zuid-Afrika grote dank verschuldigd voor zijn pogingen de taal en het volkskarakter weer tot nieuw leven te wekken. In 1844 verscheen van zijn hand het boek: ‘De Nederduitse taal in Zuid-Afrika weer hersteld’, maar ondanks deze dappere titel van zijn boek was hij niet blind voor de feiten, die hem heel duidelijk maakten, dat de onverschilligheid in Zuid-Afrika ten aanzien van de Nederlandse taal en de algemene verengelsing, voor de taal een gewisse dood betekende, tenzij er een wonder zou gebeuren. Zelf boog hij het hoofd voor die verengelsing, toen hij een eigen onderwijsinrichting opende en bekend maakte, dat alle vakken in het engels zouden worden onderwezen, behalve de bijbelse geschiedenis. In 1840 was Engels als voertaal reeds regel in Kaapstad. Maar in datzelfde Kaapstad vestigde zich omstreeks 1840 een Nederlandse boekhandelaar en op het platteland was het Nederlands nog overheersend. Mr P.J. Idenburg
| |
Engels in de KerkMaar de verengelsing ging voort en drong onhoudbaar door tot in de Nederduits Gereformeerde kerk, waar een ouderling het voorstel deed Engels in de beide kerkgebouwen in Kaapstad onbelemmerd toe te laten op de tijden, waarop deze niet worden gebruikt voor godsdienstoefeningen in de Nederlandse taal. Toen uit Nederland geen theologen uitkwamen om het predikambt in het stamverwante land te aanvaarden (Nicolaas Beets werd meer dan eens daartoe uitgenodigd), werd in 1859 het theologisch seminarium te Stellenbosch opgericht. Het is de jonge Hofmeyr geweest, die reeds als 17-jarige jongeling verbonden werd aan het in 1862 opgerichte orthodoxe weekblad ‘De Volksvriend’, die ondanks de tegenslagen, volhield om zijn ideaal ‘een fier Afrikaander-gevoel, bijdragend tot het dwarsbomen van de Engelse annexatie-politiek’ te verwezenlijken. Daarbij zag hij de Nederlandse taal en het Nederlandse geestesleven als band. In 1871 kwam ‘De Volksvriend’ en de verjongde ‘Zuid-Afrikaan’ in handen van Hofmeyr. Het tij was toen trouwens al aan het keren en met reden. De school wet van 1865, hoogtepunt in de stelselmatige onderdrukking van de Nederlandse taal, bracht algemene verbittering. Het Britse optreden tegen de Oranje-Vrij staat, de verstoring van het evenwicht door het binnenkomen van tal van immigranten uit alle delen der wereld, versterkte het nationale bewustzijn en maakte de Afrikaanders meer ontvankelijk voor het streven alle Afrikaanders één van zin te doen zijn tegenover de verstorende krachten van buiten. | |
[pagina 9]
| |
Invloed van de StatenbijbelDat het Engels niet de enige taal van Zuid-Afrika is geworden, is voor een groot deel te danken aan de Statenbijbel, die in elk huisgezin werd gelezen en voorts aan de Grote Trek en daardoor het ontstaan der Boerenrepublieken. De gereformeerde geloofsovertuiging en het innig contact met de bijbel, waaruit de kinderen de bijbelse verhalen, als waren het sprookjes, werden voorgelezen was en bleef het bindend element; daarbij vonden de ouderen hun algemene levenswijsheid; dat familieboek bij uitnemendheid is van niet genoeg te schatten waarde geweest voor het bewaren van de Nederlandse taal in Zuid-Afrika. ‘Uit die Hollandse Bijbel komt’' zo zei de bekende Zuidafrikaanse auteur Langenhoven, ‘die siel van die Afrikaanse taal’ Mr. Idenburg wist op haast ontroerende wijze de luisteraars te wijzen op het innige Godsvertrouwen en het onwankelbaar vertrouwen van het Afrikaanse volk in de toekomst van het Afrikaanse volkseigen. Deze bewondering voor het voorgeslacht legt ons, zo eindigde hij zijn rede, verplichtingen op om deze grote traditie na te volgen. Met de Psalmist zou hij willen opmerken: ‘Die het zaad zaait, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijne schoven’. Deze rijke oogst beleven wij heden! Het Stadskerkewerkekoor der Ned. Herv. Gemeente verleende aan deze avond belangeloze medewerking, onder leiding van de heer H. Ph. Bles. De vertoning van twee films over de geschiedenis van de Vaalrivier en de Bantoes, in het bijzonder van de voor hen getroffen regelingen voor woningverbetering, werd besloten met het gemeenschappelijk zingen van het Zuidafrikaans volkslied en het Wilhelmus. |
|