Onze Nieuwjaarswensen
Bij de wisseling des jaars biedt het Verbondsbestuur alle leden, zowel in eigen land als in de vele landen overzee, zijn hartelijke gelukwensen aan.
Moge voorspoed u aller deel zijn. De ouderen onder ons - en dat zijn er velen - wensen wij toe, dat ze gespaard worden en blijven voor ernstige ongemakken. Wij verwachten, dat hun liefde en trouw jegens het Verbond niet zullen afnemen. Voor de jongeren hopen wij, dat ze in het nieuwe jaar weer dichter zullen komen bij het doel, dat zij zich in het leven, in hun werk, in hun streven gesteld hebben. Het zou goed zijn, indien zij andere jongeren aan ons Verbond wisten te binden, opdat zij straks onze vaan, als de oudederen er niet meer zijn, of de taak niet meer kunnen torsen, verder dragen.
Tot hen, die ver van ons leven tussen vreemde volkeren in vreemde landen, richten wij in het bijzonder onze gelukwensen.
Wij spreken daarbij onze waardering uit jegens zovele Nederlandse verenigingen overzee, die al meer en meer hun taak duidelijker gaan zien door eigen cultuurbezit te verbreiden onder de bevolking van het ontvangende land, waarmede zij geheel één trachten te zijn, zonder echter de oude gevoelens voor het land van afkomst te vergeten.
De laatste maand van het jaar met de vele feestdagen, Sint Nicolaas, Kerstmis en Oudejaarsdag is voor velen in het buitenland niet gemakkelijk. Dat zijn de dagen, waarop men terugblikt naar het oude vertrouwde, waarop men denkt aan hen, met wie men door familiebanden is verbonden, dagen waarop het verre vaderland weer eens heel dichtbij komt.
Het Algemeen Nederlands Verbond tracht, zoveel zulks in zijn vermogen ligt, bij U allen overzee de belangstelling voor de eigen cultuur te wekken en te bevorderen.
Wij geven U allen onze gelukwensen en wij vragen Uw medeleven, Uw belangstelling, Uw medewerking en steun op elk gebied.
Moge in het jaar 1959 een zodanige samenwerking rijke vruchten afwerpen.