Kruger-herdenking te Utrecht
Te Utrecht werd op 10 oktober weer de verjaardag van president Krüger herdacht, dit maal, wegens ongunstig weer, niet vóór, maar in het huis, waar hij eens in ballingschap heeft gewoond, het bekende pand aan de Maliebaan, waarin thans de Christelijke Kweekschool ‘Rehoboth’ is gevestigd. Onder de talrijke Nederlanders en Afrikaners was o.a. de ambassadeur van de Zuidafrikaanse Unie en mevrouw Geldenhuys.
Namens de Stichting Krüger-gedenk- teken, bij vorige gelegenheden vertegenwoordigd door de heer F. Kroon, die op 5 juni jl. is overleden, werd deze maal de samenkomst geleid door de Heer H.G. Hammacher.
Het uitstekende koor van leerlingen van de Kweekschool, verleende, onder leiding van de leraar H. Kwakkel, zijn zeer gewaardeerde medewerking. Een leerlinge, mej. I. Wesseldijk droeg een Afrikaans gedicht ‘Kruger’ van Jan Celliers voor. Ds. A. Zwarts uit Pretoria hield de schriftlezing.
De heer K. Braak, waarnemend voorzitter van de afd. Utrecht van het Algemeen Nederlands Verbond, hield de herdenkingsrede. Tot onderwerp hda hij gekozen: ‘Kontakten tussen Nederland en Zuid-Afrika’.
Spreker ving aan met het vermelden der pogingen om betrekkingen aan te knopen met de Boeren, toen deze zich tijdens de Grote Trek (1835) trachtten te bevrijden van de Engelse overheersing.
Daarna behandelde de Heer Braak de betekenis van de Nederlandse immigranten onder de Transvaalse presidenten Burgers en Krüger. Vooral Krüger wist doelbewust Nederlandse ambtenaren, ondernemers, onderwijzers en predikanten naar Transvaal te trekken. Deze Nederlanders zijn van beslissende betekenis geweest voor de ontwikkeling van de primitieve volksrepubliek]es tot goed georganiseerde moderne staten. Dr. Leyds, de staatssecretaris, was Krügers rechterhand; Dr. Mansvelt bracht het onderwijs in de republiek in korte tijd op Europees peil. Critiek op de belangrijke plaats, die de Nederlanders in die tijd innamen, wees Krüger vastberaden van de hand. Het succes van deze politiek van Krüger voor de culturele en politieke zelfstandigheid van Transvaal, was zó opvallend, dat de Afrikaanse burgers hem bij iedere verkiezing met grote meerderheid steunden. Maar vooral de Engelsen zagen de betekenis van deze politiek zeer scherp. Na de verovering van de Boeren-republieken in 1902, hebben zij dan ook op korte termijn alle Nederlandse staats- en spoorwegambtenaren het land uitgezet.
De doeltreffende leiding van Krüger had het vertrouwen in een eigen staat en cultuur echter dermate versterkt, dat de pogingen tot verengelsing tijdens de despotische heerschappij van Lord Milner niet zijn geslaagd.
Zijn pogingen zijn echter ook weer niet geheel mislukt, want in Zuid-Afrika bestaat nu nog een Engelse culturele en economische overheersing, ondanks het feit, dat de Engelse bevolking sterk in de minderheid is.
Spreker ging na hoe bij de veranderde omstandigheden toch nog waardevolle betrekkingen kunnen worden aangeknoopt en besprak verschillende kwesties, die nog geen bevredigende oplossing hebben gevonden. Hij noemde de immigratie van Nederlanders, de studie van Afrikaners in Nederland, de strijd om erkenning van diploma's, de bevordering van kennis van land en volk wederzijds op de scholen, het organiseren van bezoeken over en weer en andere middelen tot het aankweken van begrip voor de problemen, die het leven der volken, hier en ginds, beheersen.