grotere belangstelling van Nederland voor het culturele welzijn dezer gebieden; het Cultureel Centrum Curaçao heeft tot taak, met Nederlands geld, dit welzijn te bevorderen. Werkzaamheden, die vroeger tot het gebied der plaatselijke verenigingen behoorden, worden, naast andere, verricht door het C.C.C., dat in den beginne er naar gestreefd heeft geheel in de plaats te treden van de bestaande culturele verenigingen. Deze hebben hun zelfstandigheid echter behouden en al is de taak van het Verbond door de gewijzigde omstandigheden ook niet zo veelomvattend als vroeger, het heeft nog steeds zijn goede reden van bestaan. Voor uitzending van bursalen naar Nederland behoeft het niet meer te zorgen; gouvernement en eilandsbesturen zenden jaarlijks tientallen jongelieden uit voor verdere studie; een bibliotheek behoeft het niet meer te onderhouden sinds de eilandsbesturen in deze hun taak volkomen verstaan. Maar nieuwe gebieden van werkzaamheid zijn gevonden: het Nederlands nieuws in de bioscopen, dat het publiek van Curaçao dichter bij ons brengt, wordt nu wekelijks verzorgd door het Verbond en de intocht van Sint Nicolaas, telkenjare in het laatst van november, is een gebeurtenis, die men niet gaarne meer zou missen.
De Neerlandia-dagen, op en om de datum van Prins Bernhards verjaardag, zijn met het aantal kinderen in belangrijkheid toegenomen en ook op de Bovenwinden, waar Engels de voertaal is, maar het Nederlands ook onderwezen wordt, worden zij, die in onze taal de beste vorderingen gemaakt hebben, door de afdeling Curaçao bedacht. De Verbondstoneelclub geeft goede avonden en heeft op haar gebied een eenheid gebracht, waar men door te grote verscheidenheid in aard der volksgroepen, niet tot daden kwam; de opvoering van het goed-Nederlandse stuk ‘Van den Vos Reinaerde’ was een hoogtepunt.
En zo gaat het Verbond ook hier nog steeds zijn nu bescheiden gang.
Met belangstelling volgt het de pogingen, die gedaan worden om het Papiaments, de volkstaal dezer eilanden, omhoog te stuwen. De bewuste Vlamingen hebben moeilijke tijden gehad, maar ondanks tegenwerking der Regering en der Walen wonnen ze de strijd. Op de Nederlandse Antillen staat de Regering sympathiek tegenover de taalbeweging, al is ze terecht van mening, dat, wil het Papiaments ook regeringstaal worden, dus als zodanig hanteerbaar, eerst in elk geval in spelling en in spraakkunst en in taaleigen de nodige eenheid verkregen moet zijn.
De taal is de ziel van het volk.
Wij zijn de staatkundige vrijheid van Nederland, eens zwaar bevochten, niet waard, als we die misgunnen aan andere volkeren, al zou die de onze schade doen. Zo staat het ook met de taal; de Vlamingen, die de hunne evenwaardig hebben zien worden aan het Frans, en ook de Friezen, zullen, wat hier gebeurt, begrijpen en waarderen en het Algemeen Nederlands Verbond staat aan hun zijde: de taal is de ziel van het volk.
In dit herdenkingsartikel, dat ook naar de toekomst moet wijzen, omdat het anders een levende inhoud zou missen, meenden we dit standpunt te moeten aangeven om een juist uitgangspunt te hebben voor onze eigen werkzaamheid ter versterking van de Nederlandse taal in de komende jaren.
W. Meijer
secretaris afd. ‘Curaçao’