Het A.N.V. en zijn geboortestad Dordrecht
Bij de viering van het zestigjarig bestaan van het Algemeen Nederlands Verbond, dat werd opgericht in Dordrecht en thans gevestigd is te 's-Gravenhage, wenst het verbondsbestuur nog eens de band te accentueren, die er bestaat tussen het Verbond en de stad Dordrecht. Deze laatste beschouwt dat als een goede gedachte. In de eerste plaats omdat zij gaarne hen, die de stad als hun geboorteplaats in ere houden, nog eens weer in haar midden wil ontvangen om hen te tonen hoe zij zich verder ontwikkelde. En anderzijds, omdat het in overeenstemming is met de grondslag, waarop het Verbond is opgebouwd, dat de Nederlander, ook wanneer deze naar elders is vertrokken, zijn vaderland, zijn geboortegrond in ere moet houden. Als dat waar is, mócht het Algemeen Nederlands Verbond op zijn 60e verjaardag zijn geboortestad ook niet vergeten.
Niet te ontkennen valt, dat de 60 voorbijgegane jaren in de wereld wel iets veranderd hebben, en dat deze veranderingen ook iets te zeggen hebben met betrekking tot de doelstellingen van het Algemeen Nederlands Verbond. Langzaam, velen te langzaam, maar stellig ook zéker, vervagen de economische grenzen tussen de verschillende landen en volken. Datzelfde proces zal zich naar mijn overtuiging vervolgens (moeten) voortzetten met betrekking tot de geografische en andere grenzen. De spectaculaire ontwikkeling van de techniek, van het verkeer, ja op eigenlijk alle gebied, dwingt de mensheid met of tegen zijn wil tot het inzicht, dat wij de ontwikkeling van alle dingen, de welvaart van die mensheid, alleen kunnen trachten de baas te blijven en in goede banen te leiden door (om het modewoord ‘integratie’ van tegenwoordig niet te gebruiken) alles, het gehele leven, de economie, de ontwikkeling op alle mogelijke gebied over de bestaande nationale grenzen heen zoveel mogelijk in elkaar in te passen en in elkaar te doen ingrijpen.
In het welbegrepen belang van het Nederlandse volk te midden der andere volken is er dus geen plaats meer voor het accentueren van lands- en taalgrenzen, die evenzoveel beletselen (kunnen) vormen voor een opneming van Nederland en de Nederlanders in dat grotere geheel. Onontkoombaar is het dan, dat wie zich zo tot peinzen zet, tot de vraag komt naar de bestaansgrond, het bestaansrecht van een vereniging als het Nederlands Verbond. Zou die dan gevonden kunnen worden in het via literatuur en lectuur in de oorspronkelijke Nederlandse taal (kunstmatig?) aanhouden van de band met de tienduizenden Nederlanders, die de jaren door naar andere landen emigreerden en uitzwermden, om zich daar een nieuwe toekomst te verwerven? Is het niet eerder hun belang om zo spoedig en zo volledig mogelijk in te burgeren in het nieuw gekozen vaderland, en daarbij en in de daar noodzakelijke aanpassing niet geremd te worden door het aanhouden van banden met het geboorteland, met het vaderland, die bij een volledig geslaagde inburgering in het nieuwe land toch eens zullen breken?