[Voorwoord van Prins Bernhard]
Met genoegen geef ik dit korte woord mede aan het jubileum-nummer van ‘Neerlandia’.
Zestig jaar is immers op zichzelf beschouwd al een respectabele leeftijd, maar zestig jaar Algemeen Nederlands Verbond is méér. Het is een periode van veel en vruchtbaar werk in het Nederlandse belang.
Het spreekt vanzelf, dat de arbeid van het Verbond zich in deze zestig jaren ontwikkeld en aangepast heeft. De Nederlandse taal was het middelpunt van alle activiteit. Later kwam daarbij de taak om hen, die tot dezelfde stam behoren, van de betekenis der gemeenschappelijke afstamming te doordringen. En ten slotte kwam na de tweede wereldoorlog het werk onder de geëmigreerde landgenoten in het centrum te staan.
Herhaaldelijk heb ik op mijn reizen kunnen constateren hoe juist ook dit deel van de arbeid van het Verbond een zegen voor velen is. Het helpt hen door moeilijke jaren heen en het is ook voor Nederland zelf van betekenis, als deze oud-landgenoten zich nog verbonden weten met het vaderland.
Moge dan ook het Algemeen Nederlands Verbond in de komende decennia op de ingeslagen weg voortgaan.
De Nederlandse taal, de Nederlandse cultuur verdienen het uitgedragen te worden naar al diegenen, die veraf of dichtbij in het bereik dier cultuur zijn.
Paleis Soestdijk, maart 1958.
Prins der Nederlanden