Neerlandia. Jaargang 62

Ben van Eysselsteijn gehuldigd

In Neerlandia mag een kort verslag van de huldiging van de Haagse letterkundige Ben van Eysselsteijn ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag, niet gemist worden. Deze huldiging vond woensdag 22 januari in Pulchri Studio plaats. Er was grote belangstelling voor de zeer druk bezochte receptie. Vertegenwoordigers van het ministerie van O.K. en W., de wethouder van onderwijs in Den Haag, de heer Van Zwijndregt, en vele andere vertegenwoordigers van instellingen en verenigingen vulden de zalen. Het bestuur van het Algemeen Nederlands Verbond was vertegenwoordigd door de voorzitter, dr. J. Schouten en de penningmeester, de heer C. van Leeuwen, het bestuur van de Haagse afdeling door de voorzitter, de heer F. Koote en de secretaris-penningmeester, de heer P. Burger.

Bewijzen van waardering

Dr. Asselberg sprak de jubilaris toe namens het huldigingscomité en reikte hem een ‘Liber Amicorum’ over, als bewijs van de vriendschap voor Van Eysselsteijn en van waardering van velen in den lande voor zijn werk.

Wethouder Van Zwijndregt liet de gelukwensen, namens het Haagse gemeentebestuur, vergezeld gaan van een fraai fotoboek van de residentie.

Dat de provincie Drente, waar Van Eysselsteijn, ereburger van Giten, zovele jaren heeft gewoond en gewerkt, bij deze huldiging niet zou ontbreken was te begrijpen.

Gietens burgemeester, de heer G. Nijenhuis, schonk een fraaie in lijst gevatte foto van het huis, gelegen aan de Oude Groningerweg 3, daarbij de wens uitsprekende, dat Van Eysselsteijn en zijn vrouw daar nog eens zouden komen wonen.

Dr. Hans Martin Elster dankte namens de Nederlands-Duitse letterkundige vereniging ‘Die Kogge’ voor al wat Van Eysselsteijn heeft gedaan voor het herstel na de oorlog van de culturele betrekkingen tussen Nederland en zijn land.

Verder voerden het woord de directie van Sijthoff's Uitgeversmaatschappij en de Haagse Courant, mej. Kitty Josselin de Jong, mederedactrice van de Preciosareeks, dr. T.J.C. Gerritsen als vice-voorzitter van het letterkundige genootschap ‘Oefening kweekt kennis’ en dr. K. Schierbeek, namens de Maatschappij Diligentia.

De buitengewone belangstelling bij deze huldiging bewijst voldoende, dat Van Eysselsteijn een bijzondere plaats inneemt onder onze Nederlandse letterkundigen.

Het Algemeen Nederlands Verbond, dat hem tot zijn leden telt en hem zeer erkentelijk blijft voor zijn bereidheid zitting te nemen in een der adviescommissies voor het toekennen van de Visser-Neerlandiaprijzen, spreekt hierbij de hoop uit, dat het hem, die thans schrijdt naar de leeftijd der sterken, gegeven zal zijn, de mogelijkheden, die hij op zijn terrein ziet, te verwezenlijken door de Nederlandse letterkunde nog menigmaal te verrijken met de uitnemende gaven van zijn geest.