De Woordenlijst van de Nederlandse taal
Men zal zich herinneren hoe, na de verschijning van de ‘Woordenlijst van de Nederlandse taal’ samengesteld in opdracht van de Nederlandse en Belgische Regeringen, van alle kanten in woord en geschrift bezwaren tegen deze Woordenlijst naar voren werden gebracht.
Ook het Algemeen Nederlands Verbond heeft in een op 26 Februari j.l. tot de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gericht schrijven zijn bezwaren tegen deze Woordenlijst kenbaar gemaakt, waarbij onder meer de wenselijkheid werd betoogd om, alvorens deze woordenlijst in werking te doen treden, door de Regering te doen bepalen welke van de toegelaten spellingswijzen en geslachten door de Regering en door de scholen zullen worden gebruikt. Voorts werd verzocht zoveel mogelijk te streven naar eenheid in de schrijfwijze van de Nederlandse taal, opdat een einde koine aan wat, velen noemen; ‘de wettelijk georganiseerde spellingschaos’.
Er is sindsdien op dit gebied al weer heel wat gebeurd. De Minister van O.K. en W. had in de Tweede Kamer bij de debatten over dit onderwerp reeds medegedeeld, dat het niet mogelijk zou zijn om de nieuwe woordenlijst zonder nadere aanwijzingen in gebruik te nemen en dat over de kwestie van het facultatief stellen in deze woordenlijst inmiddels advies was gevraagd van een aantal instanties.
Aan de Eerste Kamer heeft minister Cals daarna medegedeeld, dat hij sedert kort beschikte over alle adviezen van onderwijsinstanties, wier oordeel terzake was gevraagd.
Aan de ministerraad zal de minister nu zijn standpunt betreffende de invoering van de Woordenlijst en het gebruik van dubbelvormen en het voornaamwoordelijk gebruik voorleggen.
Er heeft tevens een bespreking plaats gehad tussen minister Cals en de gemengde Nederlands-Belgische woordenlijstcommissie. Bij deze besprekingen waren mede aanwezig, de kabinetschef van de minister van Openbaar Onderwijs in België, de heer Kuypers en de heer Couvreur van de Belgische ambassade.
We mogen, gelet op deze bedrijvigheid in alle kampen, verwachten, dat zeer binnenkort een voor Neder land en België bevredigende regeling voor de nieuwe spelling zal afkomen.