Prof. Mr P.J. Oud spreekt waardering uit over A.N.V.
Indrukken van een reis door Zuid-Amerika
In Elzeviers weekblad van 24 October j.l. komt een zeer belangrijk artikel voor van Prof. Mr P.J. Oud, waarin hij zijn indrukken weergeeft over zijn reis naar Brazilië.
Ook bezocht hij Sao Paulo en over die millioenenstad schrijft hij het volgende:
‘Sao Paulo vond ik een van de meest belangwekkende steden van Brazilië. Het is geen havenstad en ligt op ongeveer 80 kilometer afstand van Santos. Het ligt duizend meter hoger dan Santos. Er loopt een nog niet zo heel lang geleden aangelegde autoweg door de bergen. Het is een der mooiste bergwegen, die ik ooit gezien heb en het bijzondere is, dat er twee afzonderlijke wegen zijn, een voor het verkeer bergopwaarts en een voor het verkeer in teruggaande richting. De stad Sao Paulo heeft zich in de laatste tien jaar geweldig ontwikkeld. Zij is in korte tijd een millioenenstad geworden. Bij mij riep de stad met haar vele ‘sky-scrapers’ de herinnering wakker aan Chicago, waar ik op mijn reis naar Noord-Amerika een bezoek had gebracht. De grote industriële ontwikkeling heeft het gemeentebestuur voor schier onoplosbare problemen gesteld. Vooral het vraagstuk der voorziening met electrische energie baart zorg. Onze moeilijkheden der na-oorlogse jaren gedurende de zogenaamde ‘piekuren’ waren maar kinderspel, vergeleken bij de bezwaren, waarmede men hier te worstelen heeft. Het gesprek, dat ik hier mocht hebben met de burgemeester was dan ook grotendeels aan deze problemen gewijd.
Bijzonder belangwekkend was hier voor mij ook de kennismaking met de Nederlandse kolonie. Op de avond van mijn bezoek op de heenreis trad de actrice Fie Carlesen voor de Nederlanders op. Zelf heb ik van dat optreden zeer genoten en ik kon mij levendig voorstellen van hoe grote betekenis een dergelijke avond moest zijn voor ben, die zo ver van het vaderland verwijderd, zo zelden in aanraking komen met uitingen van Nederlandse kunst. Op mijn terugreis heb ik voor de Nederlandse Vereniging een voordracht gehouden over de na-oorlogse ontwikkeling van onze buitenlandse politiek. Voor de Nederlandse Kamer van Koophandel in Buenos Aires had ik een dag of veertien te voren over hetzelfde onderwerp gesproken.
Beide malen is mij duidelijk gebleken, hoezeer men hunkert naar dergelijke contacten. In Sao Paulo sprak de voorzitter uitdrukkelijk de wens uit, dat men ook in Nederland zijn medewerking zou verlenen om die contacten te verveelvuldigen.
HIJ UITTE IN DIT VERBAND ZIJN BIJZONDERE WAARDERING VOOR HET WERK VAN HET ALGEMEEN NEDERLANDS VERBOND.
Gedurende de gehele reis heb ik veel voorlichting en steun ondervonden van de Nederlandse diplomatieke en consulaire autoriteiten.
Niet minder groot is mijn waardering voor het werk, dat de in het bedrijfsleven werkzame Nederlanders verrichten. Ik ben hen op alle terreinen tegengekomen, op het gebied van handel en scheepvaart, van het bankwezen. van de industrie, van de landbouw. Van allen zonder uitzondering heb ik de grootste tegemoetkomendheid ervaren. De landbouwers heb ik niet in hun bedrijf werkzaam gezien - de gelegenheid om zover het binnenland in te gaan ontbrak - maar aan boord heb ik er enkele ontmoet, die na een bezoek aan het vaderland naar hun boerderijen terugkeerden.
Voor hen is het begin uiterst moeilijk, maar voor wie niet opziet tegen aanpakken en er een aanvankelijk sober bestaan voor over heeft, is er zeker een toekomst. Voor vele anderen geldt het trouwens ook, dat men eerst de tanden op elkaar moet zetten. Wie vreest daartoe de kracht niet te kunnen opbrengen, moet er niet aan beginnen.
Op het terrein van de industrie heb ik twee bedrijven kunnen bezoeken. Het waren de bedrijven van Philips in Sao Paulo en Montevideo. Ik geloof van de labriek in Sao Paulo te mogen spreken als van een Eindhoven in het klein.
Mijn slotsom mag, geloof ik, zijn, dat er voor energieke Nederlanders in Zuid-Amerika een toekomst is weggelegd. Ik heb bevestigd gevonden, wat in dit weekblad, het zal thans een goed half jaar geleden zijn. over de betekenis van dit werelddeel als uitlaatklep voor Nederlandse energie geschreven is. Het zal mij verheugen, als ook dit artikel een bescheiden bijdrage zal kunnen vormen tot de vergroting van de belangstelling voor landen, die deze belangstelling alleszins verdienen.’
Het verheugt ons ten zeerste, dat uit deze bron op deze wijze waardering uitgesproken wordt over het grootse werk dat het A.N.V. verricht. Dit geldt trouwens niet alleen voor Brazilië, maar ook voor zo goed als alle landen, waar zich Nederlanders hebben gevestigd.