Vlaanderen, Europese natie
Een eenvoudige vaststelling van de naoorlogse angstpsychose die over Europa heerst: ‘Nous avons peur’ beeft geleid tot een intense werving voor de Europese eenheidsidee. Het oude avondland wordt, juist omwille van zijn innerlijke verdeeldheid, als een arme luis tussen twee duimnagels geknipt. Aan de ene zijde de Unie der Sovjetrepublieken, die agressief, dictatoriaal, gereed staat om onze Westerse Naties met millioenen Aziaten te overspoelen; aan de andere zijde de Verenigde Staten van Amerika, jong, overmoedig en imperialistisch, een volk zonder verleden, dat alleen droomt van een rijke toekomst onder leiding van Amerika. En daartussen het oude Europa, door innerlijke oorlogen onttakeld, waar volkeren leven boven hun stand, rustend op hun lauweren en terend op hun roemrijke nationale geschiedenissen. Elk dezer staten en staatjes met zijn chauvinistische neigingen, moet onder de dwang der omstandigheden, met zijn naburen het Verenigd Europa gaan vormen, door een volledige integratie op politiek, militair en economisch gebied. Dat deze nieuwe opbouw met allerlei moeilijkheden zal gepaard gaan, spreekt vanzelf. En toch moet het nieuwe vaderland ‘Europa’ door samensmelting van alle weerbare krachten een feit worden, omdat wij alleen door vereniging sterk genoeg zullen zijn om de vrede in ons continent en in de wereld te redden.
Weliswaar zullen de souvereiniteiten der velschillende staten-leden verzwakt, vervaagd en genivelleerd worden. De bestaande landen worden aldus slechts grote Europese provincies. Alleen de naties, de bestaande cultuurgemeenschappen, houden altijd stand. Een volk zal niet vergaan.
Als de Belgische staat niets meer in de melk zal te brokkelen hebben in de inrichting van zijn eigen economie en politiek en ons nieuwe vaderland een feit wordt, dan zullen er misschien zijn, die spijt hebben over de devaluatie van het begrip ‘Belg’ omdat onze identiteit van ‘Europeër’ meer waarde zal hebben. Anderen nog, wellicht een grote menigte, zullen t.o.v. het hele gebeuren onverschillig blijven. Dit is de vlottende massa, die het beginsel ‘ubi bene, ibi patria’ huldigt.
Maar voor de bewuste Vlamingen betekent deze historische koerswending eer zekere herademing, alhoewel nog met lichte vrees gemengd. Onze houding tegenover het onvermijdelijke moet echter positief-realistisch zijn. Altijd tegen iets of iemand vechten, doet verstarren in eigen minderwaardigheid. Een positieve houding uitstippelen voor de Europese Vlamingen is echter geen sinecure.
Ondanks alle politieke of diplomatieke verwikkelingen en compromissen, ondanks de instelling van een supranationaal gezag, zullen, wij onze plaats moeten innemen in ons nieuwe Vaderland, en dit zullen wij moeten doen, vóór alles, als Vlamingen! Wij moeten dus. om goede Europeërs te worden, eerst goede Vlamingen zijn.
En dit zullen we des te beter kunnen, als we ons in de huidige politieke evolutie meer en meer doen gelden. Het voornaamste object van de Vlaamse Beweging in de nabije toekomst is o.i.: hoe zal onze Vlaamse natie, klein in aantal en geografische uitgestrektheid, maar groot door haar cultuurverworvenheden en rijk door haar bodemschatten (kolen!) zich doen gelden tussen de omringende volkeren. En hoe zullen wij invloed uitoefenen op de verhouding tussen Vlaanderen en de nieuwe plurinationale staat ‘Europa’ die wij bezig zijn te vormen?