Leestafel
Onderdrukking en Verzet, Aflevering 39.
Het hoofdstuk ‘Naar de bevrijding’, in de vorige aflevering aangevangen, wordt in deze vervolgd en besloten. De schrijvers brengen in herinnering wat geschiedde tot herstel van wat vernield en geroofd was.
Vervolgens wijden zij een beschouwing aan de verdeeldheid in het Nederlandse kamp gedurende de geleidelijke bevrijding van het land.
Tot besluit van dit hoofdstuk volgt een lijst van niet minder dan 30 organisaties, welke vertegenwoordigd zijn geweest in de ‘Grote adviescommissie der illegaliteit’, met vermelding van haar ontstaan, activiteit, wijze van organisatie, arrestaties, contacten, c.q. maatschappelijk en/of politiek milieu, vertegenwoordiging in de G.A.C.
In het volgende hoofdstuk beschrijft de heer J. Meulenbelt de afwikkeling van het verzet. Hierbij verdiende allereerst vermelding de oprichting in het eerst bevrijde Zuiden des lands van de ‘Gemeenschap van oud-illegale werkers Nederland’. Na elkander worden in beschouwing genomen de maatregelen tot verwijdering van de vijanden van het verzet en het terugvoeren in de samenleving van zijn beschermelingen, als de onderduikers, enz. en vervolgens de solidariteit, vooral ook ten opzichte van de slachtoffers der onderdrukking. In dit verband mag in de eerste plaats worden genoemd het tot stand komen der ‘Stichting 1940-1945’ aan welke reeds spoedig vele bijdragen toevloeiden, waaronder bijzondere vermelding verdient een gift van Koningin Wilhelmina tot een bedrag van een half millioen gulden. Eerst in 1948 kwamen wettelijke regelingen tot stand ter aanvulling van wat het particulier initiatief had bereikt.
Het hoofdstuk betreffende de afwikkeling van het verzet wordt gevolgd door dat onder het opschrift: ‘De ondergrondse beweging houdt op te bestaan..’, door H.M. van Randwijk, dat het slot vormt van de rubriek ‘De illegaliteit’.
De nu volgende rubriek ‘De bezetting en het volkenrecht’, waarvoor de redactie de medewerking heeft verkregen van de op dit gebied zo bij uitstek deskundige Prof. Mr Dr J.P.A. François, begint met een algemene beschouwing over de betekenis van het Landoorlogreglement en de volkenrechtsschendingen door de bezetters van welke schendingen er 14 in het bijzonder worden genoemd. De eerste 5 daarvan worden nog in deze aflevering besproken.
R.