Bij trouwe Nederlanders
Congres van de Nederlandse bond in Duitsland
Het weerzien van die tientallen vertegenwoordigers der Nederlandse verenigingen in Duitsland, welke de Nederlandse Bond in Duitsland vormen, is elk jaar weer een feest voor de trouwe bezoekers van de congressen dezer organisatie. Niet alleen vindt men daar altijd oude vrienden weer, maar bovendien is het sterkend, te zien, hoe groot de trouw der in Duitsland levende landgenoten aan Nederland is en hoe belangrijk het werk is, dat daarginds door de Bond ten gunste van deze landgenoten wordt verricht.
Men denke toch vooral niet - zoals het helaas vaak gebeurt - ietwat smalend over deze Nederlanders, die hun vaderland hebben moeten verlaten, omdat het hun geen bestaan bood (hoe vaak kregen onze werklozen vroeger niet te horen: ‘Ga maar in Duitsland werken!’) en die desondanks dit vaderland niet hebben verloochend. Zij hebben, na de eerste wereldoorlog, hun Bond opgericht en deze heeft hen door de moeilijkste jaren geleid; aan deze Bond is het ontegenzeglijk te danken geweest, dat de tienduizenden Nederlanders aan Rijn en Roer - op niet al te veel uitzonderingen na - niet door de radicale stromingen van hun tijd werden meegesleept. De meesten hunner hebben hun Nederlandse nationaliteit behouden, ook al zou de nationalisatie tot Duitser voor hen vaak grote materiële voordelen hebben betekend. En tot de voormannen van de Bond behoren Nederlanders, die, in de jongste oorlog, hun trouw aan het vaderland met jarenlange opsluiting in gevangenis of concentratiekamp hebben betaald. De Nederlandse Bond in Duitsland is niet slechts een Bond van Nederlanders, die in Duitsland leven, hij is vóór alles een Bond van Nederlanders, die zich Nederlanders voelen en Nederlanders wensen te blijven.
Deze goede gezindheid bleek ook ditmaal duidelijk op het te Dusseldorp gehouden Bondscongres. En tevens bleek, dat de materiële positie der Nederlandse arbeiders daarginds geenszins meer zo wankel is als weleer. Klachten over steunregelingen e.d. krijgt men op de congressen nauwelijks meer te horen. Wèl klaagt men over de vele moeilijkheden van administratieve aard, waaronder de Nederlanders in Duitsland te lijden hebben. Hoe moeilijk wordt het hun gemaakt naar Nederland te reizen! Waarom moeten zij, met hun meestal beperkte middelen, voor passen en allerlei andere documenten steeds weer aanzienlijke bedragen offeren? En waarom moeten zij hun deel bijdragen in het herstel van de Duitse oorlogsschade, daar waar degenen onder hen, die schade hebben geleden, steeds aan dovemansdeur kloppen?
De goede gezindheid der Nederlanders bleek voorts duidelijk uit de vele klachten over het ontbreken van cursussen in de Nederlandse taal, zoals deze vroeger bestonden. De aandacht is weer eens gevestigd op de grote betekenis, welke de uitzending naar het vaderland van Nederlandse, in Duitsland levende kinderen heeft: zo kunnen deze kinderen Nederland leren kennen. Te veel van deze kinderen zijn nog nooit in hun vaderland geweest. Men heeft op het Congres de arbeid van het Algemeen Nederlands Verbond geroemd, o.m. omdat dit Verbond de Nederlandse verenigingen aan goede leesstof helpt, zodat de Post van Holland, het Bondsorgaan, niet steeds meer de enige Nederlandse lectuur in duizenden Nederlandse gezinnen in Duitsland is.
Er zijn op het Congres en op de daaraan voorafgaande begroetingsavond vele toespraken gehouden. Twee ervan mogen hier in het bijzonder worden ver-