Stemmen onzer Lezers
Het algemeen beschaafd Nederlands in Vlaanderen
In uw nummer van September 1952, dat ik, zoals alle nummers, weer met veel belangstelling heb gelezen, trof ik een stukje aan over de oprichting van de ‘Vereniging voor Beschaafd Nederlands’ te Brussel. Sta mij toe hierover enkele gedachten te uiten in de hoop, dat u ze een klein plaatsje in ons blad waardig zult keuren.
Naar mijn mening is de strijd, die men tegenwoordig in Vlaanderen voert voor het Algemeen Beschaafd Nederlands, volkomen terecht en zeer noodzakelijk. Als tegenwicht voor het opdringende Frans is het nodig, dat alle Vlamingen het Nederlands goed beheersen, al hoeven zij daarom de Noord-Nederlanders nog niet na te doen in alles. Er mag gerust een Algemeen Beschaafd Zuidnederlands ontstaan, dat dus op zekere punten afwijkingen vertoont van ons A.B.N.
Evenwel komt het mij voor, dat bij het voeren van deze actie een fout gemaakt wordt waarover ik ook reeds schreef naar het secretariaat der A.B.N.-kernen. Mij dunkt, dat deze strijd enigszins gevoerd wordt ten koste van de dialecten. Dat aan de Vlamingen duidelijk gemaakt wordt, dat zij met hun dialect eenvoudig niet overal terecht kunnen en dat de overkoepelende algemene omgangstaal een levensbehoefte voor de Vlaming moet zijn, is duidelijk. Maar wordt niet meteen 'n beetje gesuggereerd, dat het dialect toch eigenlijk geen omgangstaal is voor ‘beschaafden’?
‘Wie zichzelf respecteert, spreekt beschaafd in gewone omgang met bekenden, op reis, in zaken, op vergaderingen, in winkels, enz.’, lees ik. Het lijkt me, dat hier enkele zaken door elkaar worden gehaald. Het dialect schijnt me namelijk de gewone omgangsvorm tussen bekenden, daar het immers de vertrouwelijke taal is van mensen, die ergens samen wonen en elkaar kennen. Op reis evenwel en in zaken, waar men meestal met onbekenden te doen zal hebben, kan men zich vanzelfsprekend veel minder, zelfs bijna niet van het dialect bedienen.
Ik geloof, als men de zaak zó stelt, dat men om zich zelf te eerbiedigen, ‘beschaafd’ moet spreken - waarmee dan het Algemeen Beschaafd Nederlands wordt bedoeld -, de schijn wordt gewekt dat dialect niet beschaafd zou zijn. De tegenstelling is immers een geheel andere. Terwijl het Nederlands een Algemeen beschaafde omgangstaal is, is het dialect een niet algemene beschaafde omgangstaal. En beide kunnen ook onbeschaafd worden want zowel in dialect als in het Nederlands kan men vulgaire, onbeschaafde opmerkingen maken.
Wanneer bij ons in Limburg de Gouverneur, de Bisschop en overige geestelijkheid, alle leidende figuren en iedereen van aanzien zonder bedenken zich van het Limburgs bedienen, is dat voor ons de natuurlijkste zaak van de wereld. Het zou een dodelijke belediging voor deze mensen zijn, te zeggen, dat zij niet beschaafd spreken. Ik weet, dat men in Vlaanderen vaak niet zo ver kan gaan en dat men, omwille van de bestrijding van het Frans, vaak het dialect achterwege moet laten in omstandigheden waar het bij ons normaal te gebruiken is. Maar ik vermag niet in te zien, waarom het dialect dan verdacht moet worden gemaakt, terwijl het, om bij het Vlaamse geval te blijven, juist de dialecten zijn, die gezorgd hebben, dat Vlaanderen heden nog Vlaams is. Ik zie niet in, waarom de Vlaamse Linie van Vrijdag 6 Juli 1951 in een oproep voor het A.B.N. tevens moet spreken over ‘minderwaardige dialectische beuzeltaal’. Dit is één voorbeeld uit vele.
Ik sympathiseer dus van harte met de actie voor het A.B.N. in Vlaanderen. Ik werk zelf voor Overmaas om daar de verfransing tegen te gaan. Ik tracht een rondreis van Grammens in, Limburg te organiseren en durf mij een groot en oprecht vriend van Vlaanderen te noemen, al ben ik ook toevallig leraar Frans. Maar ik heb te veel eerbied voor de schone, oude volkstalen waarin een ganse cultuur verborgen ligt, om toe te laten, dat de dialecten, waaronder ook mijn moedertaal: het Limburgs, in Vlaanderen, zij het dan niet onderdrukt, toch min of meer verdacht gemaakt of bespot worden.
Met vriendelijke dank voor Uw aandacht,
drs J. HANSEN