Uit de grote West
Waarde Redactie,
Het zou me niets verwonderen, wanneer sommigen onder Uw lezers zich bij het zien van dit opschrift zouden afvragen: ‘Waar komt in 's Hemelsnaam dat stuk vandaan?’
Laat ik hen even inlichten en hun vertellen, dat ik me te New York aan dit stuk bezondigde. New York, de wereldstad aan de overzijde van de Atlantische oceaan, maatschappelijk centrum van de United States of America. En laat mij er tevens mijn verontschuldigingen en die van m'n landgenoten en oud-landgenoten bijvoegen - ik matig mij hier even aan, ook uit hun naam te spreken, al ben ik daartoe niet door hen gemachtigd -, dat bij al het nieuws, ‘all over the world’, dat NEERLANDIA ons maandelijks te lezen geeft en dat in z'n stof vrijwel alle landen omvat, waar Nederlandse stamgenoten zijn gevestigd, de laatste paar jaren nooit iets is verschenen over ons leven en streven hier, al vormen we numeriek een der grootste Nederlandse centra.
Denk niet, dat dit verzuim aan een vreemdeling is te wijten. We mogen het hier druk hebben, opgenomen als we zijn in de maalstroom van het Amerikaanse leven, dat geen rust kent en ons zelfs weinig tijd tot overdenken biedt, toch, in ons aller-binnenste, in ons denken en verlangen, blijft Oud Holland een zeer bijzondere plaats innemen en aan onze eigen jonge jaren terugdenkend, of afgaande op wat onze voorouders - of grootouders - emigranten ons over ons stamland hebben verteld, blijft het definitief een hoekje in ons hart behouden.
Laat ik het in de woorden zegggen - en zingen -, die S. Abramsz ons in zijn ‘Hollandsch Liedje’ schonk:
Holland, ze zeggen, je bent maar zo klein,
Maar wijd is je zee en je lucht is zo rein
En breed zijn je krachtige stromen.
Goud is je graan op je zand en je klei,
Purper het kleed van je golvende hei,
Stoer zijn je ruisende bomen.
Holland, ik min j'om je heerlijke tooi,
Holland, mijn Holland, ik vind je zo mooi!
Nu zullen er critici onder Uw lezers zijn - ons kleine Holland heeft er toch nog wel enkele? -, die in hun critische voorzichtightid zullen zeggen: ‘Wat heeft die overzeese meneer ons voor nieuws te vertellen? We weten alles over Amerika al uit onze kranten: de Presidentsverkiezing, de baseball- en boks-wedstrijden, moord en doodslag en.... daartegenover, om niet te vergeten, de United Nations, waar, zoals iedereen weet, alles pais en vree is en men elkaar geregeld om de hals valt uit louter mensenmin en broederliefde onder het genot van een glas echte wodka na afloop van 'n zitting, om weer wat op krachten te komen’.
Pardon, m'n waarde heren, troost U en weest gerust. Ik zal het bij m'n volgende inzendingen - zo de Redactie me in NEERLANDIA 'n plaatsje waardig keurt - speciaal over Hollands leven in de U.S.A. hebben en over onze organisatie, de General Netherlands Association, en daarbij zo nu en dan - met Uw welnemen - 'n uitstapje naar buiten maken, trachtende, onder woorden te brengen, hoe m'n Hollands oog de zaken ziet en m'n Hollandse brein daarover denkt. Wilt U bijgeval bepaalde onderwerpen behandeld zien, zendt deze dan bij de Redactie in. Uw opgave zal mij, dit bij voorbaat gezegd, steeds welkom zijn.
In gedachten tekent - hoewel U nog onbekend - met 'n stevige vijf
Uw dienstvaardige,
JAN HOUZEE
Opnieuw stelde H.M. de Koningin dertien nog niet gepubliceerde foto's van Haar kinderen beschikbaar voor de ‘Pro Juventute’ kalender.
Zoals U weet beoogt de uitgave van deze kalender een sympathiek werk mogelijk te maken. Talrijke kinderen hebben een moeilijke, ongelijke strijd uit te vechten tegen ongelukkige omstandigheden, waaraan zij generlei schuld hebben: omstandigheden van omgeving van opvoeding, van aanleg. ‘Pro Juventute’ trekt zich het lot van deze bedreigde kinderen aan.
Deze kunstdrukkalender, waarvan het eerste blad hierbij is afgedrukt, kunt U bestellen bij alle Verenigingen en afdelingen ‘Pro Juventute’ en in de boekhandel. Waar niet verkrijgbaar volgt franco toezending per post na ontvangst van 2.75 gld. per kalender op postrekening 51.74.00 van de kalenderactie ‘Pro Juventute’ (of per postwissel) - Watteaustraat 61, Amsterdam-Z.
Een kalender met de vier prinsesjes behoort een plaats te hebben in de woning of op het kantoor van iedere Nederlander.