Strijd om de grond in het lage Nederland door Dr R.H.A. Cools, Uitg. Nijgh & Van Ditmar, 's-Gravenhage; prijs 9.90 gld.
De schrijver geeft een uitstekend overzicht van de strijd, die reeds sedert de Oudheid in onze lage landen tegen het water gevoerd is. Eerst was het uitsluitend een strijd om het bestaan, toen de bevolking terpen, wierden of woerden opwierp om daar toevlucht te zoeken bij hoge vloeden. Daarna, misschien reeds in de 7de en 8ste eeuw, werden dijken opgeworpen om ook het bouwland en de weidegronden te beschermen. Het water bleef echter een gevaarlijke vijand en in de 15de en 16de eeuw eisten stormrampen, waaronder de Allerheiligenvloed van 1570 de beruchtste werd, talrijke slachtoffers, terwijl grote gebieden verloren gingen of lange tijd ‘rijdende’ bleven.
In de 16de eeuw ging men van de verdediging over tot de aanval en in het Noorderkartier liet Egmond het Egmonder meer en Brederode het Bergermeer droogleggen. In de 17de eeuw, de gouden eeuw, belegden rijke kooplieden en regenten grote sommen in de bedijkingen en droogmakerijen van de Beemster, Purmer, Wormer en Schermer.
De verwaarlozing van de dijken in de 18de eeuw en in de Franse tijd leidde in de 19de eeuw opnieuw tot grote rampen, zoals de overstromingen in 1825 en 1861. Intussen werd de strijd tegen het water toch met toenemend succes ter hand genomen. De droogmakerijen werden niet langer aan rijke particulieren overgelaten; het was thans de Staat, die in 1852 met stoomgemalen de Haarlemmermeer liet droogmalen. De Staat achtte zijn taak hiermede echter geëindigd en zorgde niet verder voor de aanleg van goede wegen of voor een doelmatige bebouwing van het nieuwe gebied. De paarden konden zich hier voorlopig slechts met plankjes onder de poten over de modderwregen bewegen.
Ook de strijd tegen de Zuiderzee werd nu ter hand genomen. Reeds in 1667 had Henric Stevin, de zoon van de bekende wiskundige Simon Stevin, gezinspeeld op de drooglegging van de Zuiderzee; pas in 1887 werd een Zuiderzee-Vereniging gesticht, die aan ingenieur Cornelis Lely de leiding opdroeg van het onderzoek. Toen de eerste wereldoorlog in ons land voedselgebrek veroorzaakte en in 1916 overstromingen van de Zuiderzee het gevaar van het water voor het omliggende land duidelijk aantoonden, werd in 1918 de wet ter afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee aangenomen. Bij deze droogmaking werden ook eisen gesteld voor de huisvesting, voeding en ontspanning van de bij het werk betrokken arbeiders. Bovendien nam de Staat thans ook de ontginning en het in cultuur brengen van het nieuwe land ter hand.
Het boek van Dr Cools is goed uitgevoerd en geïllustreerd; de laatste foto's herinneren aan de overstroming van de Wieringermeer in 1945 en aan het opnieuw in cultuur brengen van dit gebied.
Het leek me goed, om nog eens de aandacht te vestigen op het boek van Dr Cools, nu de uitgever de prijs van 24.75 verlaagd heeft tot 9.90 gld.
Dr A.v. Hulzen.