Dr A. Commissaris, voorzitter van het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant spreekt over: ‘Brabant, Hart der Nieuwe Nederlanden?’
Terecht schreef de Utrechtse hoogleraar Prof. F.C. Gerretson, dat de geschiedenis der Nederlanden een treurspel is, waarvan de ontknoping zich nog wachten laat, maar waarvan het Dietse Zuiden het slachtoffer werd. Behandelde Drs J. Scheerder de historische gebondenheid der oude Nederlanden, hier moet de aandacht worden gevestigd op twee rampspoedige gebeurtenissen, die in latere tijden plaats vonden en het Dietse grondgebied onmeedogend uit elkaar rukten.
Door de godsdiensttwisten en de scheuring in de 16de eeuw verarmde Zuid-Nederland geheel, zowel op ekonomisch als op kultureel gebied. De hereniging in 1815 was van korte duur. In dit rijk waren twee werkende faktoren aanwezig: Holland (en het Hollandisme), Wallonië (en het frankiljonisme) en een derde, lijdende faktor, Midden-Nederland, dat, zoals de Professoren Geyl en Gerretson en Dr A. Smits aantoonden, door Holland veeleer afgestoten werd. Het gevolg hiervan was, dat bij het oproer van de kleine Franse groep in 1830, Midden-Nederland zich niet verzette en enkel Holland een (aarzelende) weerstand bood, zodat op het aloud Nederlands gebied weer twee staten tot stand kwamen, Nederland en België.
In België maakten de franskiljons zich meester van het staatkundig en kerkelijk apparaat en oefenden een loodzware druk uit op de numeriek sterkere Nederlandse bevolking. Als afweermiddel ontstond de Vlaamse Beweging, die bij geen enkele autoriteit steun vond en er, ondanks 120 jaar hardnekkige strijd, niet in slaagde gelijkwaardigheid af te dwingen. Zo is het kenschetsend, dat de Vlaamse vooraanstaanden uit de Belgische Katholieke partij, die ¾ van haar aanhangers in Vlaanderen telt, alle strijdvaardigheid missen en gelukkig zijn als ze een brokje Vlaams recht toegeworpen krijgen, wat ze dan vieren als een schitterende overwinning. Inmiddels is de oude Dietse stad Brussel bijna geheel verfranst, wordt Vlaanderen overstroomd met franskiljonse ambtenaars en allerhande Franse manifestaties (voordrachten, jaarbeurzen, tentoonstellingen).
Als het prijs stelt op zelfbehoud zal het Nederlandse deel van België moeten strijden voor meer zeggenschap in eigen huis. Het Dietse deel van het oude hertogdom Brabant, aan beide zijden der rijksgrens, moet in deze strijd de leiding nemen, daar het reeds zoveel verloren heeft (Brussel) en zijn belangrijke centra worden bedreigd: Antwerpen (ekonomisch), Leuven (wetenschappelijk), Mechelen (kerkelijk). Een dergelijke ‘Brabantse Beweging’ zal de verslapte Vlaamse Beweging nieuw leven inblazen, kan ongetwijfeld ook in Noord-Nederland steun vinden en zou kunnen bepalen, wat er van de Benelux worden zal. Wij hebben geen tijd te verliezen! Europa staat misschien op de drempel van grote politieke gebeurtenissen; het is voor de Nederlandse stam een levensbelang een sterke, volkskrachtige eenheid te vormen.
P.D.