Neerlandia. Jaargang 56

Een nieuw tijdschrift voor Frans-Vlaanderen

De geschiedenis van Frans-Vlaanderen, dat de Westhoek, Rijsels-Vlaanderen en Vlaams-Artesië omvat, is nauw verbonden met de geschiedenis van de Nederlanden; daar liggen Kassel, de geboorteplaats van de vurige Calvinist Petrus Dathenus, en Duinkerke, waar Michiel de Swaen ‘De gecroonde Leersse’ schreef, welk stuk nog geregeld wordt opgevoerd. Daar draagt het landschap soms een volkomen Nederlands karakter, daar werd en wordt nog Nederlands gesproken. De Fries Johan Winkler, die in 1885 een bezoek aan Frans-Vlaanderen bracht, schreef echter, dat hij, reeds in de eerste plaats, waar hij aankwam, hoorde, dat daar de schoolmeester alleen in het Frans les gaf en zelfs geen Vlaams kende, hoewel de kinderen thuis nog uitsluitend Vlaams spraken. Het Vlaams werd daar dan ook door het Frans grotendeels verdrongen.

Kort na de tweede wereldoorlog verscheen een uitstekend geïllustreerd geschrift van Prof. Vital Ceelen ‘Frans-Vlaanderen in woord en beeld’; verschillende foto's in dit boekje, die vóór de laatste oorlog genomen waren, zijn helaas historische foto's geworden, omdat vooral de Westhoek in 1940 geducht geleden heeft.

Thans is het eerste nummer verschenen van een driemaandelijks tijdschrift ‘Notre Flandre’, dat allereerst voor de

[p. 11]

Westhoek bestemd is. Het tijdschrift bevat een in het Nederlands gesteld gedeelte met de ondertitel ‘Vlaamse haerd’, waarin opgenomen voorvallen uit het leven van Tisje-Tasje, de Uilenspiegel van Frans-Vlaanderen, en een artikel ‘Het Lijsternest’, waarin Stijn Streuvels gehuldigd wordt, terwijl in het Franse gedeelte aangemoedigd wordt Nederlands te leren en te onderhouden.

Een der Franse artikelen handelt over ‘Nos Beffrois’, waarin de Belforts van Frans-Vlaanderen besproken worden. In ‘Heures de Flandre’ wordt bij enkele data van de eerste drie maanden van het jaar verwezen naar gebeurtenissen of personen, die voor de geschiedenis van de streek van belang geweest zijn.

Het is een bemoedigend verschijnsel, dat er thans weer, al is het nog op een eenvoudige wijze, een tijdschrift voor de Vlamingen in Frans-Vlaanderen verschenen is. Ongetwijfeld zal het een bemoediging zijn, als uitgever en schrijvers brieven van sympathie en inschrijvingen verkrijgen niet alleen uit Frans-Vlaanderen en België, maar ook uit Nederland. Nadere inlichtingen over dit tijdschrift worden verstrekt door de heer Luc. Verbeke, Rooseveltlaan 29, Waregem, België.

Dr A. van Hulzen