Immigratie-comité helpt landgenoten bij aankomst in Zuid-Afrika
Gebrek aan geschoolde krachten
Wie zei daar, dat er in deze harde, cynische tijd geen menselijke hulpvaardigheid en geen belangeloze vriendelijkheid meer bestaan? Kom als emigrant naar Zuid-Afrika en ge zult in de haven van Kaapstad, zodra uw schip voor de wal ligt en nog vóór ge bekomen zijt van uw eerste verwondering over de majestueuze bergen en de witte stad, het tegendeel aan den lijve ervaren!
Want in Kaapstad bestaat een Nederlands Immigratie-Comité en de leden van dat comité handhaven hier, ver van het vaderland, de beste tradities van Nederlandse gastvrijheid, hulpvaardigheid en welwillendheid en zij zullen u, voorzover dat ook maar enigszins mogelijk is, met raad en daad terzijde staan. Twee of drie leden van het uit twee dames en vijf heren bestaande ‘vriendelijkheids-comité’, zoals men het gerust kan noemen, zijn aanwezig op ieder schip dat hier binnenkomt en dat emigranten uit Holland aan boord heeft. Ze zijn er 's morgens om acht uur en ze blijven er, tot iedere emigrant gerustgesteld en tevreden van de valreep is gestapt, het nieuwe land, het nieuwe werk en het nieuwe leven tegemoet. En ze zijn voorts, op ieder uur van de dag (en desnoods van de nacht) op hun respectievelijke adressen bereikbaar voor iedere Nederlander die tegenslag mocht ondervinden en die, door welke omstandigheden dan ook, raad en bijstand behoeft.
En deze mensen, stuk voor stuk ‘geslaagde’ Nederlanders, die sinds vele jaren in Zuid-Afrika wonen, doen al die moeite zonder er ook maar één cent beloning voor te krijgen. Ze geven hun tijd, hun auto's, ze offeren soms hun feestdagen op, ze stellen hun kennis en hun ervaring ter beschikking alléén en uitsluitend uit menslievende overwegingen, alléén en uitsluitend om de landgenoten, die hier - meestal bijzonder slecht ingelicht - aankomen, een warme handdruk te kunnen geven, hen welkom te heten in het nieuwe vaderland en hun te vragen: wat kunnen we voor u doen?