Zuidafrikaanse avond der Haagse afdeling
Op 3 April 1952 hield de Afd. haar Jan-van-Riebeeck-herdenking in het gebouw van Pulchri Studio, in samenwerking met de Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging, afd. 's-Gravenhage.
De grote zaal was bijna geheel gevuld met belangstellenden, onder wie de Ambassadeur der Zuid-Afrikaanse Unie, Zijne Excellentie Kolonel Hoogenhout en Mevrouw, hetgeen zeer op prijs werd gesteld.
Onze Voorzitter Mr Nijgh opende deze avond en heette een ieder en speciaal de hoge gasten van harte welkom, waarna de heer G.J. van Sierenberg de Boer ons allereerst iets vertelde over Zuid-Afrika en Kaapstad, om vervolgens de levensloop van Jan van Riebeeck te behandelen met al zijn toekomstbeelden en teleurstellingen.
De stichting, die hij na een 10-jarig verblijf aan de Kaap achterliet, breidde zich in de 17de en 18de eeuw uit. In 1688 kwamen de Hugenoten zich in dit land vestigen en later ook Duitse soldaten, die allen spoedig verhollandsten. Het werd een volk van wijn-, koren-, vee-, trek- en grensboeren.
In 1795 werd de Kaap Brits. In de 1ste helft der 19de eeuw werd, door toedoen der Engelsen, de tegenstelling: naturellen en Boeren scherper. In 1837 begon de Grote Trek over de Oranje-rivier, alwaar grond werd gekocht. Toen Natal tot Engels grondgebied werd verklaard, kwam er nog geen hevig verzet. Wel in 1848; dat liep echter op niets uit. Later werden Transvaal en de Oranje-Vrij staat vrij verklaard en kreeg ook Kaapstad een eigen bestuur.
Eind 19de eeuw stond Engeland op het hoogste punt van zijn macht; er werd diamant gevonden en toen de Duitse Keizer er zich ook mee bemoeide, kwam in 1899 de Boerenoorlog met zijn noodlottig gevolg. Duitsland hield zich afzijdig en ten slotte bood onze Koningin Wilhelmina de oude President Paul Krüger overtocht en asyl aan.
In 1910 werden de 4 provincies samengevoegd, ze besloegen een grondgebied van 36 maal Nederland.
Na de voordracht werden enige kleurenfilms met muzikale begeleiding vertoond, die welwillend door de Ambassadeur van de Unie van Zuid-Afrika ter beschikking waren gesteld.
Getoond werden de aankomst te Kaapstad en de bijzonderheden van die stad, de naturellen met hun handwerkkunst en hun dansen, het Natioinaal Park met mooie opnamen der daar in het wild levende dieren, verschillende episoden uit het leven der Voortrekkers en ten slotte de onthulling van het Voortrekkersmonument.
De heer van Sierenberg de Boer sprak toen een kort slotwoord in aansluiting op zijn voordracht, waarna alle aanwezigen het Wilhelmus zongen. Vervolgens dankte Mr. Nijgh allen voor de zeer grote opkomst en de heer Van Sierenberg de Boer voor de nuttige en zeer mooie avond. Een instemmend handgeklap onderstreepte zijn woorden.