Uit boeken en bladen
Onderwijs en taalbeheersing
Met grote instemming kunnen we hier gewagen van een artikel in de Haagsche Post van 2 Februari 1952, geschreven door de leraar in de Nederlandse en de Franse taal, Dr F.C. Dominicus, onder de titel ‘Geeft de lagere School voldoende onderwijs in de moedertaal?’, welke vraag door de schrijver ontkennend wordt beantwoord.Ga naar voetnoot*)
De staaltjes van volkomen afwezigheid van taalgevoel, die in het opstel voorkomen, zijn inderdaad verbluffend.
Wij willen ons geen oordeel aanmatigen over de oplossing, welke de schrijver voorstelt, doch dat er iets moet worden gedaan om verbetering in de taalkennis van de jeugd te brengen, beamen wij ten volle. Daarom nemen we hier het slot van het artikel over, dat luidt als volgt: ‘Want zoals de zaken nu staan, zijn de candidaten voor de eerste klasse der M.S. niet voldoende in de moedertaal onderlegd. En dit wreekt zich in het gehele verdere leven. Want het tekort halen ze nooit meer in’.
Wij moesten opnieuw hieraan denken, toen we kort daarop in hetzelfde nummer van de Haagsche Post in de rubriek ‘Letterkunde’ een beschouwing lazen over een onlangs verschenen boek van een jonge schrijver.
In die boekbeoordeling troffen we namelijk de volgende slecht gestelde zin aan: ‘Maar zo eenvoudig is dat nu ook weer niet, komt hij spoedig tot de ontdekking’.
Ook de volgende zin in hetzelfde stuk is o.i. alles behalve fraai: ‘Het probleem, waarmee de hoofdfiguur uit zijn verhaal worstelt, is een probleem, dat voor iedereen, die het aangaat, nauwelijks te verteren is. Wij deden enkele woorden in deze zin uitkomen door ze in een andere letter te doen zetten. Men leze die woorden nog eens over zonder de rest, dus zonder de tussen komma's gestelde bepalingen.
En dat woord die in plaats van wie(n) in de derde naamval kan ons evenmin bekoren.
En wat zegt ge ten slotte van een ‘mooischrijverij’ als het volgende: ‘Als litteraire prestatie dient in de eerste plaats de indringend vreemde sfeer genoemd te worden, die de schrijver in deze droom heeft weten te leggen?’