Frans-Vlaanderen
Fransch-Vlaanderen (Het Westland)
Het is telkens met een lichte ontroering, dat ik iets lees over Fransch-Vlaanderen, over land en volk op dien ‘uitersten voorpost van den alouden Friso-Nederlandschen stam’, zooals Ds J.D. Domela Nieuwenhuis Nijegaard het noemde, in zijn nog steeds hoogst-belangwekkend en leerzaam opstel, ‘Grepen uit 't geschied- en volkenkundig leven van den Grootnederlandschen stam in Fransch-Vlaanderen’, in: ‘Vragen van den Dag’ (39ste jg., 1924, Juni-afl.).
Henri Boerhave †
Stille werker voor de Dietsche zaak
Niemand behoorde eigenlijk deze streek te bezoeken, zonder eerst terdege dit opstel bestudeerd te hebben!
Ook zèlf heb ik de prettigste herinneringen (met een tikkeltje weemoed gekruid) aan een studiereis, in jonger en gelukkiger dagen, - het zal omstreeks 1923 geweest zijn - door het Vlaamsche Westland gemaakt. Over Veurne, waar ik een dag overbleef, reisde ik naar Watou op de Fransch-Belgische grens, en genoot daar enige dagen gastvrijheid bij de familie Boerhave. De heer H. Boerhave, postkantoorhouder aldaar, was in zijn jongere jaren, vóór 1914, een zéér actief lid van de ver. ‘Pro Westlandia’ geweest, welke vereniging vóór den eersten wereldoorlog vele propaganda-avonden, ter verlevendiging van het Vlaamsch saamhoorigheidsbesef, in het Westland placht te geven.
Tezamen met den heer Boerhave en zijn allercharmanste jonge dochter, Marthje, - later leerares aan een Vlaamsche meisjeskostschool geworden - maakten wij verschillende, zeer belangwekkende speurtochten, naar Steenvoorde, den Catsberg, den Casselberg, Hazebroek, Belle, Abeele en Godewaersvelde, waarbij ik overal een koppig-volgehouden, Vlaamsch-gekleurd, Nederlandsch blééf spreken. Men noemde het daar ‘heug-Vlaamsch’. Soms, zooals op den Casselberg, antwoordde men mij eerst...... in het Engelsch! Als men maar volhield, kwamen de arme lieden wel over hun schroom heen, op weg geholpen door den heer Boerhave, en ging het gesprek verder in het Vlaamsch.
Met genegenheid herdenk ik ook wijlen notaris Goudeville, te Steenvoorde, gedeputeerde in den ‘Conseil général du Nord’, die ons bij een ochtendbezoek op champagne met dadels tracteerde. Zijn publieke verkoopingen hield hij steeds, met ‘bernender keerse’, in het Fransch èn het Vlaamsch.
‘Entre le Flamand de cet ouvrage [een werk van mijn hand. S.] et celui que nous parions et que n'est plus qu'un lamentable jargon, s'étend un monde et ce monde je veux le parcourir’, schreef hij mij d.d. 24 Juni 1927.
Dit is het, wat wij, Noord- en Zuidnederlanders, in verhoogde mate moeten gaan doen, willen wij nog redden wat er te redden valt om onze cultuur ginds: persoonlijke contacten leggen, boeken en (goede) dag- en weekbladen daar invoeren, reizen, waarbij de Vlaamsche Toeristenbond en de Alg. Ned. Ver. voor Vreemdelingenverkeer nuttig werk zouden kunnen doen, in samenwerking met het A.N.V. Ja, laten onze ministers (vooral die van Onderwijs, Veeteelt en Schoone Kunsten) er ook eens een kijkje gaan nemen, zooals zij dezer dagen Friesland zijn gaan ontdekken! Men weze echter kieskeurig bij het voorstellen van reisgezelschappen. (Laten die zich maar liever op Paris, met Moulin-rouge en Montmartre blijven vergapen.)
Het opstel van Js. in ‘Neerlandia’ van Februari j.l. had natuurlijk ook mijn groote belangstelling. Daarom juist een paar aantekeningen, die ik, al lezende, maakte. Wat Js. met ‘Belgisch milieu’ bedoelt, als hij over Zeeuwsch-Vlaanderen spreekt, begrijp ik niet goed. Dit zal een ‘lapsus calami’ zijn. [Niet vertalen a.u.b. - Laten raden, zooals ik moest raden naar dat milieu!]
Voorts spreekt Js. van: Wormhoudt, Flètre, Bourbourg en Duinkerken. Deze plaatsen heeten in onze taal onderscheidenlijk: Wormhout, Vleteren, Broekburg en Duinkerke. [Vgl.: Grijpskerke, Aagtekerke, Serooskerke, Wissekerke, Koudekerke; Middelkerke, Mariakerke, Adinkerke, Oostkerke, Oostduinkerke, enz.]
Voor de aardrijkskunde van de arrondissementen Duinkerke en Hazebroek bestudeere men o.a. ‘Tisje Tasje's Almanak voor Fransch-Vlaanderen’. - De laatste in mijn bezit zijnde jaargang is die van 1928, uitgegeven door G. Plancke, Groote Kerkstraat 21, Hazebroek.
Dr H.P. Schaap