Neerlandia. Jaargang 56
(1952)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEmigratieMeer bemoeienis met onze geëmigreerdenLezer, heeft U reeds geschreven aan het bureau van het Algemeen Nederlands Verbond, dat U als A.N.V.-CONSUL het werk van het Verbond in Uw omgeving wilt steunen en propageren, zoals in het artikel in het December-nummer werd gevraagd? Zo niet, doet U het dan, nu nog even? | |
Het TulpenfeestOp 9 Februari 1847 knielde in de Amerikaanse staat Michigan, vlak bij het Matacawameertje, een groep Nederlandse kolonisten neer om de zegen van de Allerhoogste af te smeken op hun plannen, om daar een nieuw levensbestaan op te bouwen. Het waren een vijftigtal afgescheidenen, die onder leiding van Ds. A.C. van Raalte de vaderlandse bodem hadden verlaten. Hun pogingen slaagden, al ging het dwars door ongekende moeilijkheden heen.Ga naar voetnoot(*) | |
De liefde tot het oude land.Velen zijn Ds. van Raalte en de zijnen gevolgd en zeer waarschijnlijk zullen nog velen volgen. De emigranten van thans ondervinden gelukkig niet diè moeilijkheden meer, die hun voorgangers hebben moeten doorstaan, maar toch zullen de meesten nog een strijd hebben te voeren. Emigreren doet ontberen! Heel vaak is dit maar al te waar! De verschillen kunnen zo groot zijn: verschil van taal, zeden en gewoonten, kortom verschil in cultuur. Hoe goed zullen dan de Nederlanders in den vreemde, of zij nu in Canada of in Zuid-Afrika, in Australië of Zuid-Amerika wonen, aangevoeld hebben en wellicht nòg aanvoelen, wat Vondel zong: ‘De liefde tot zijn land is ieder aangeboren’ of, zoals Troelstra het heeft gezegd: ‘Het Vaderland bindt de mens met de fijnste en sterkste banden, die men zich denken kan’. Dit alles voelt men in het bijzonder, wanneer men het vaderland heeft verlaten om zich metterwoon in den vreemde te vestigen. ‘Het gemis slijt langzamerhand, maar toch zal er steeds een band met het oude blijven bestaan’, zei de Minister van Buitenlandse Zaken in zijn toespraak op 9 Februari 1947 tot de inwoners van Holland, Michigan, ter gelegenheid van het eeuwfeest van die stad. Rudolf van Reest schrijft in zijn boek over Amerika ‘Van Kust tot Kust’: Ik heb oude emigranten gesproken, die meer dan veertig jaar in Amerika wonen en die mij verzekerd hebben: ‘Het oude vaderland laat je nooit meer los, ook al heb je het in stoffelijk opzicht in Amerika véél beter. Zo lang het volle leven beslag legt op je tijd en je energie, gaat het nog wel, maar als je ouder wordt, voel je, dat je leeft in een land der vreemdelingenschappen. Het stille heimwee naar het land van je jeugd gaat steeds meer schrijnen’. Hoe goed kan het dan doen, wanneer men in den vreemde iemand of iets uit eigen geboorteland ontmoet! Is het woord ‘ellendig’ niet ontstaan uit ‘uit-landig?’ En zei Horatius niet, dat de rook in het Vaderland aangenamer is, dan het vuur in den vreemde? | |
[pagina 7]
| |
Het Tulip-FestivalDaarom was het zo goed gezien, in Holland, Michigan, ieder jaar de gedachte aan Nederland weer te verlevendigen door het houden van een ‘Tulip-Festival’, een Tulpenfeest. Weliswaar verandert dit feest jammer genoeg in een zuiver Amerikaans ‘Festival’ en wordt het hoe langer hoe meer een dollarkwestie door de hoge toegangsprijzen, die worden geheven van de bezoekers der optochten e.d., maar toch zullen nog vele Nederlanders en Nederlandse stamverwanten van deze gelegenheid een dankbaar gebruik maken om hun stamgenoten te bezoeken en zodoende de onderlinge banden te versterken. Dit Tulpenfeest is in 1927 ontstaan uit het denkbeeld van een Amerikaanse onderwijzeres, Miss Rogers, om de tulpen, die hier en daar op kwekerijen werden geteeld, te bezigen voor de verfraaiïng van de gehele stad. De plaatselijke Kamer van Koophandel zag daarin de mogelijkheid om op die wijze lieden van buiten naar Holland te lokken en daardoor het belang en de bekendheid van het stadje te bevorderen. De Heer J.A. Schuurman, destijds Consul-Generaal der Nederlanden te Chicago, beschrijft dit ‘Tulip Festival’ als volgt: ‘De eerste dag had de ceremonie van het straatschrobben plaats. De Burgemeester van Holland en de wethouders schrijden in 16de eeuws costuum de hoofdstraat af, voorafgegaan door een omroeper, eveneens gecostumeerd, die in het Nederlands den volke verkondigt, dat Zijn Edelachtbare de straten vuil bevonden en daarom een grondige reiniging bevolen heeft. Vervolgens treden een aantal jonge paren in Nederlandse klederdracht naar voren, die met bezems de straat schrobben, terwijl anderen met emmers het water aanbrengen. Hierop volgt een klompendans, die de gehele lengte van de straat beslaat bij de tonen van Nederlandse (?) wijzen, met luidsprekers ten gehore gebracht. Weliswaar is op te merken, dat men in Nederland niet de straat, maar de stoep schrobt, doch daar de stoep vol toeschouwers staat, is er geen andere mogelijkheid. Hierna volgde de opening van de bloemententoonstelling. De tweede dag was er in dezelfde straat een optocht van 1300 kinderen, allen in klederdracht, sommigen met poppenwagens, anderen met vliegers of hengels, Nederlandse vlaggen of opschriften, velen op de fiets of op rolschaatsen, doch de meesten te jong om meer dan zichzelf voort te bewegen. Deze stoet maakte op de Amerikanen grote indruk. Hij werd dit jaar voor het eerst gevolgd door praalwagens (floats) van diverse locale firma's. Des avonds werd de “Parade of the Provinces” gegeven in een lokaal, dat veel te klein was om toegang te verlenen aan de talloze belangstellenden. De voorstelling bestond daaruit, dat achtereenvolgens personen in authentieke Nederlandse drachten ten tonele verschenen, terwijl een dame, die terzijde van het toneel had plaats genomen, toelichting verschafte. Ook deze “Parade” is herhaald. De derde dag heeft het straatschrobben nog eens op kleine schaal plaats gehad ten bate van later aannekomen journalisten en fotografen. Verder was die dag “veterans day”. De laatste dag had ik Holland verlaten, doch deze dag zou de “grande finale” brengen met een muziekfeest, waaraan een aantal corpsen uit verschillende steden zouden deelnemen. Deze korte beschrijving moge aantonen, dat het “Tulip Festival” meer is dan een z.g. “Netherlands Week”, gelijk wel eens in een zuiver Amerikaanse stad wordt gehouden. Te Holland doet een groot deel der bevolking mede. Op hoeken van straten staan kinderen zeepbellen te blazen, die overal rondwaaien en glinsteren. Onder het publiek ziet men talrijke inwoners in costuum. De gehele stad viert dagen lang feest, en de omtrek neemt deel. En overal langs de straten bloeien tulpen. Het is wellicht niet ondienstig, dat ik de conclusies vermeld, waartoe mijn bezoek aan Holland Michigan, mij heeft geleid.’Ga naar voetnoot**) Deze de volgende maal. |
|