Emigratie
Het A.N.V. geeft de stoot tot de oprichting van een Nederlandse boekerij in Australië
Steeds meer brieven komen binnen uit de emigratiegebieden waarin met grote dankbaarheid uiting gegeven wordt aan hetgeen het A.N.V. voor de emigranten doet.
Het is daarom hier wel op zijn plaats een uittreksel te geven uit een brief, welke wij dezer dagen van Mevr. de Haan-Woltjes te Sydney ontvingen, die daar op verzoek van ons lid Ds van der Bom de door ons gezonden boeken beheert.
Zij schrijft:
‘Intussen wil ik U heel hartelijk danken voor alle moeite die het A.N.V. zich voor ons getroost. Een en ander is voor ons een aanleiding geweest om de oprichting van een Nederlandse Bibliotheek in Australië te overwegen en wij zoeken momenteel naar mogelijkheden om deze bibliotheek zo goed mogelijk te voorzien. Vooral de oudere emigranten, die moeilijk meer naar de Engelse taal volledig kunnen omschakelen, zullen zo'n boekerij dunkt me op hoge prijs stellen. Want 't gevaar om te vermaterialiseren en alle belangstelling en alle behoefte naar geestelijk voedsel te verliezen, ligt voor velen, zo niet voor de meesten, op de loer. Ik kan U dan ook niet zeggen hoe dankbaar ik ben, dat er van 't vaderland uit voor ons zoveel gedaan wordt om dit grote gevaar te voorkomen.
Een en ander gaf ons het gevoel, dat wij er toch een beetje bijhoren. Zolang wij ons nog niet ‘helemaal thuis’ voelen in het nieuwe land, doet 't goed te weten, dat ze ginds nog om ons denken.
Wilt U vooral ook onze welgemeende dank aan het Prins Bernhardfonds overbrengen?’
Wij verheugen ons erover, dergelijke woorden van waardering te mogen lezen. Er ligt voor ons in den vreemde en vooral in de emigratiegebieden een groot werkterrein braak. De Nederlanders daar hebben onze steun en hulp nodig. Nog te weinig wordt ingezien, ook in regeringskringen, dat dit niet een zaak is van zuiver liefdadigheid, maar dat het hier gaat om de emigranten morele steun te geven. Bovendien is het een economisch belang dat de uitgeweken Nederlanders niet van Nederland vervreemden of nog erger, het moederland de rug toedraaien. De emigranten hebben hun kasmiddelen hoog nodig en daarom is het de plicht van de regering ons bij ons werk geldelijk te steunen. Mevrouw de Haan-Woltjes schrijft in dit verband verder:
‘Sinds wij weten, dat er voor ons hier geen huisvesting is, moeten we bijna allemaal de eerste jaren onnoemelijk hard werken om grond te kopen, een garage te bouwen, voorlopig in de garage te wonen of in een karavaan om daarna zo spoedig mogelijk een huis er naast op te (laten) zetten. U begrijpt, dat we dan weinig aan philantropie kunnen doen, hoe graag we ook willen, vooral als 't blijkt, dat we bijvoorbeeld in de eerste plaats ons eigen kerkelijk leven zullen moeten funderen.’
Moge deze mededeling de ogen der autoriteiten openen.