Vlaanderen
Limburg, Benelux-gebied zonder bruggen
Bij het lezen van het artikel ‘Bruggen bouwen’ in het Septembernummer van het Bondsorgaan (op blz 3 en 4), waarin één en ander wordt gezegd over de letterlijke en figuurlijke betekenis van deze uitdrukking, hebben wij niet zonder een tikje afgunst aan de Drentenaren gedacht die nu weer over een geriefelijke spoorbrug van Koevorden naar Bentheim kunnen rijden, terwijl aan onze Oostergrens de Limburgers aan weerszijden van de Maas over geen andere verbindingswegen beschikken dan drie bruggen, één te Maaseik en de twee andere te Maastricht, dit over een afstand van meer dan 35 Km.
‘Staatkundige grenzen zijn niet altijd afbakeningen tussen bevolkingsgroepen die ter weerszijden van die grenzen wonen’, lazen wij in bovenvermeld stuk. Met betrekking tot Belgisch en Nederlands Limburg, bewoond door mensen die een zelfde taal, en wij zouden bijna moeten zeggen, het zelfde dialect spreken, is dit allerminst het geval.
Meer dan eens hebben wij ons afgevraagd hoe het jarenlang bij deze volstrekt ontoereikende verbindingen is kunnen blijven, en waarom er nog niet aan gedacht werd, nu er zo veel drukte rond de Benelux-gedachte wordt gemaakt, en alle mogelijke bezwaren van strategische aard wel voor goed tot het verleden zullen behoren, te Stokkem een brug over de Maas te bouwen, die de zo noodzakelijke verbinding tussen Hasselt en Sittard en meteen deze van het Belgische mijngebied met het Nederlandse steenkolenbekken, zou verwezenlijken.
De ouderwetse veerpont, die aldaar nog dienst doet, beantwoordt sedert jaar en dag niet meer aan de eisen van het steeds drukker wordende verkeer. Wie er zich éénmaal liet ‘overzetten’, waagt zich behoudens uiterste noodzaak geen tweede maal aan deze omslachtige en tijdrovende grensoverschrijding. Om dan nog niet te gewagen van de uitzonderlijke voorzorgsmaatregelen welke moeten getroffen worden om een bus of een toerauto van gemiddelde afmetingen zonder ongelukken van de ene naar de andere oever van de stroom te brengen.
Het is voorwaar hoog tijd dat men in bevoegde kringen gaat inzien, om het met een variant op de toespraak door de ere-voorzitter van het Drents Genootschap, Dr R.H. Baron de Vos van Steenwijk, te Koevorden gehouden, te zeggen, dat het ‘onze taak is in Limburg bruggen te bouwen, opdat de eens zo verwante gewesten, ook thans meer dan alleen steenkool in de grond gemeen zullen blijken te hebben’.
En ditmaal ‘bruggen bouwen’ niet in de figuurlijke, doch in de letterlijke betekenis van het woord.
M.v.G.