Het Talengebruik in Belgisch Kongo
Naar verluidt heeft de heer Jungers, Goeverneur-Generaal van Belgisch-Kongo, op aandringen van de Minister van Koloniën, een rondschrijven uitgevaardigd, waarin uitdrukkelijk wordt verklaard, dat het gebruik der beide landstalen in de kolonie, in de overheids- en gerechtelijke diensten volledig vrij is, en het aan de koloniale overheden voortaan verboden wordt door hun persoonlijke handelwijze of door eigenmachtige voorschriften, aan deze vrijheid afbreuk te doen.
Wij kunnen ons over dit wijze besluit verheugen, onder voorwaarde evenwel dat het eerlijk, zowel naar de letter als naar de geest, worde toegepast, opdat wij niet meer zouden genoodzaakt zijn schandelijke toestanden aan de kaak te stellen, zoals die, waaraan wij in het Meinummer van ‘Neerlandia’ (blz. 8) een artikel hebben gewijd.
De Vlamingen, die zeker in niet geringe mate tot het beschavingswerk in Kongo hebben bijgedragen, staan erop, als volwaardige burgers, en niet als een soort bruikbare doch lastige voortrekkers behandeld te worden, die al te vaak hun taal en hun afkomst moeten verloochenen om niet in hun verdere loopbaan gehinderd te worden, omdat de hoge ambtenaren die de commandoposten in handen hebben nu éénmaal niet op een uitbreiding van de Nederlandse invloed in Kongo gesteld zijn,
Wij vleien ons met de hoop dat de heer Dequae, Belgisch Minister van Koloniën, die in de maand Augustus een inspectiereis door Kongo heeft gemaakt, zich de moeite zal hebben getroost na te gaan of zijn onderrichtingen wel degelijk worden toegepast, want ten slotte is alles daaraan gelegen.