Boekverspreiding
16 Januari j.l. kregen we op ons kantoor bezoek van de Nederlandse Consul te GDYNIA (Polen), die ons kwam bedanken voor de tijdschriften, welke hij geregeld van het A.N.V. ontvangt en die bestemd zijn voor ongeveer 120 Nederlandse vissers, dienende op Poolse treilerschepen. Deze vallen geregeld in Gdynia binnen, waar een logeergebouw voor deze mensen kosteloos beschikbaar is. Het vorig jaar hebben we voor hen ook een paar kisten boeken gestuurd. De Consul vertelde, dat die daar met vreugde werden ontvangen; ze worden graag gelezen en brennen werkelijk geschikte ontspanning voor deze mannen. De beheerder van de kleine boekerij zorgt, dat er geen enkel boek zoek raakt. Daarbij ondervindt hij trouwens alle medewerking van de vissers zelf. Het bericht, dat er een kleine Nederlandse boekerij in Gdynia was gevestigd, was zelfs doorgedrongen tot Stettin. Enkele Nederlanders aldaar vroegen, of ze er ook gebruik van mochten maken, wat gaarne werd toegestaan. Dit is dus weer een van de vele gevallen, waaruit blijkt, dat de boekenzendingen van de Afdeling Boekverspreiding goed tot haar recht komen.
Onze leden weten uit vroegere jaarverslagen, dat er elk jaar enige boeken naar Pretoria en Kaapstad worden gezonden, bestemd voor prijzen voor studenten. Dat ook deze goed besteed worden, blijkt uit een brief van de heer J. Meiring, Erna, Transvaal, Hij schrijft:
‘Dit was vir my 'n besondere aangename voorreg om, as leerling van die Klerksdorpse Hoërskool, die boekprijs door U Verbond uitgeloof vir Bijzondere belangstelling in Nederlandse Letterkunde te verover. Ek wens u en u Verbond hartelik te bedank daarvoor.
Dit was vir my besonder aangenaam, om die twee Nederlandse boeken (“Verleden” van Ina Boudier-Bakker en “De jeugd van Francesco Campana” van C. en M. Scharten-Antink) te bestudeer. In die finale examen het ek dan ook die vraag vir die “bizondere Francesco” uit laasgenoemde boek, gedoen en daar plesier in gevind.
Ek kan u verseker, dat die Nederlandse letterkunde en kultuur, vir my steeds een besieling sal wees, 'n aangename bron om nog steeds uit te put.’