Neerlandia. Jaargang 54
(1950)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdLeestafel | |
De gebroken lans door Dr J.D.P. Warners. Uitg. J.B. Wolters, Groningen-Djakarta 1950. Prijs ing. 2,50 gld., gebonden 2,90 gld.Als ik aan de lezers van ons maandblad eens de vraag zou stellen, wat zij, afgaande op bovengenoemde titel, wel zouden verwachten, tien tegen één dat zij er met hun antwoord vlak naast zouden zijn. ‘De gebroken lans’ herinnert mij en misschien anderen ook aan de oude tournooien, waarin sommige ridders er nu eenmaal niet heel best afkwamen. Dat was 's werelds loop. Daar viel niet veel aan te doen. 't Geluk lachte nu de een, dan de ander toe. Ik weet niet, of de schrijver zelf hieraan heeft gedacht en misschien in zijn onderbewuste zieleleven het krampen heeft gevoeld van Verwey's stille en luide tournooien? Een ding is zeker, de titel is niet al te doorzichtig en is, - om, zij het in andere zin, met de schrijver zelf te spreken - een waagstuk. Het is mijn bedoeling niet, om mijn lezers lang in het onzekere te laten. Warners' boek ‘De gebroken lans’ is ‘een bundel moderne essays en critieken’ en bestemd - in de eerste plaats, zegt de schrijver - voor de leerlingen der hoogste klassen van Gymnasium, Lyceum en H.B.S.’ Ik ben het met de schrijver eens, dat dat gedeelte van de Nederlandse literatuur wel eens wat nonchalant wordt verzorgd. Dat soort proza is niet aan bod. Ik ken maar weinig bloemlezingen, waarin dergelijke stukken voorkomen. En dat ‘weinig’ is bovendien nog vrij optimistisch ook. Veertig jaar geleden, toen de schrijver van deze beoordeling de eerste schreden zette op het pad der studie van de Nederlandse taal- en letterkunde, had hij een Zuidnederlandse bloemlezing: Nederlandsch Leesboek van G.D. Minnaert en uitgegeven bij de Algemene Boekhandel van Ad. Hoste, uitgever te Gent, Veldstraat 47, waarin met dit soort proza wel terdege rekening werd gehouden. Maar sinds dien heb ik er vergeefs naar gezocht. Dat de geachte schrijver daarin verbetering wil brengen, stemt tot verheugenis, alleen, alleen.... dat hij de geestelijke krachten van de leerlingen onzer middelbare scholen en dergelijke heeft overschat, staat voor mij vast. De schrijver heeft dat zelf ook gevoeld, zou ik zo menen. Hij schrijft tenminste: ‘Dat de lectuur niet steeds gemakkelijk is, is geen bezwaar: het eindexamen stelt eisen en een werkelijk literaire ontwikkeling evenzeer’. De auteur schijnt evenwel te vergeten, dat het eindexamen ook nog andere eisen stelt en die eisen tezamen drukken als een centenaarslast op de hoofden van onze jeugd. Wat zijn we toch in Nederland verschrikkelijk intellectualistisch. 'n Week geleden hoorde ik het zelfde nog zeggen, door de Gentse hoogleraar Verheijen. Toen was ik geneigd om hem toe te voegen, dat het nog wel wat mee zou kunnen vallen; nu moet ik zeggen, hij heeft groot gelijk. Beste Di. Warners, uw boek is een prachtboek voor hen, wier rijpe levenservaring het mogelijk maakt, de prozastukken van Verwey, Du Perron, Vestdijk, Ter Braak, Ed. Hoornik, Gomperts, te kunnen lezen en begrijpen. Ofschoon, - zelfs voor zulken is verdwalen in het labyrinth van onuitgesproken gedachten in half duistere woorden en beelden nog mogelijk. Maar voor hen, die de levenservaring missen, is het lezen van deze lectuur 'n vergrijp aan de natuur, die nu eenmaal aan een bepaalde leeftijd een bepaalde levensrijpheid geeft. Wie daar geen rekening mee houden wil, bedrijft een kwaad, het kwaad der anticipatie. Die wil oogsten, zonder gezaaid te hebben en verwacht reeds 'n zomer, zonder dat er van een lente sprake is geweest. Ik heb in mijn eigen kinderen kennis gemaakt met de middelbare school en die kennismaking was buitengewoon pleizierig; maar als mijn dochter van zestien indertijd met dit boekje zou zijn thuis gekomen, dan weet ik niet, of ik nog zo'n gunstig oordeel zou hebben gehad. Te gemakkelijk behoeven we het onze jeugd niet te maken; maar om geestelijke eisen aan deze te stellen, waaraan ze onmogelijk kan voldoen, is min of meer een misdaad. Wat ik maar zeggen wil: ‘De gebroken lans’ is geen kost voor pubers. E.H.B. | |
Titus, de zoon van Rembrandt, door F. Joh. Zonruiter. Uitg. Born N.V., Assen. Prijs geb. 4,90 gld.Het aantal populaire boeken en boekjes over onze grote schilder Rembrandt, over Saskia en Hendrika Stoffels wordt gaandeweg groter. Als ik goed tel heb ik er dit jaar, zo voor en na, al vier op mijn leestafel gehad en ik heb enige neiging om te vragen, of er geen eind aan die stroom zou kunnen komen. Er zijn meer personen uit ons verleden en heden, die nodig in den brede bekend moeten zijn. Maar deze opmerking daargelaten, kan ik mij niet anders dan erover verheugen, dat de heer Zonruiter, die mij overigens onbekend is, zulk een vlot geschreven boek heeft voltooid. Het is spannend en het geeft in de hoofdzaak een goed beeld van Rembrandt, die, naar mijn oordeel, veel meer de hoofdpersoon van het boek is dan Titus, diens zoon. Trouwens, ik had ook niet anders verwacht. Wie in de nabijheid van Rembrandt verschijnt, speelt altijd een tweede of derde rol. Dat zou, om het anders te doen, een taak geweest zijn voor een schrijver, die over groter schrijversgaven zou moeten beschikken, dan Zonruiter heeft of althans hier laat zien. Dat is ook niet erg. Niet iedere vogel is een adelaar en niet iedere boom een eik. Maar binnen de mogelijkheden, waarover deze schrijver beschikt, heeft hij een boek geschreven, dat van het begin tot het eind onze jeugd vooral zal boeien. Sinterklaas is op komst en dus.... wie weet? E.H.B. | |
Vlaamse Abdijenkalender; 'n mooie uitgave.Van de Secretaris-Beheerder van de Vlaamse Toeristenbond en de Vlaamse Automobilistenbond ontvingen wij een prachtig uitgevoerde ‘Vlaamse abdijenkalender’. Als waardige voortzetting, na de reeks ‘Vlaamse stadhuizen’, waaraan de Vlaamse Toeristenbond en de Vlaamse Automobilistenbond voor 1950 hun kalender wijdden, verschijnt thans een prachtserie van 13 zeer geslaagde grote foto's, gewijd aan abdijen uit de vijf Vlaamse provincies, monumenten van Vlaamse stijl en beschaving. De kalender, die nog keuriger verzorgd is dan de vorige, op beter papier en met fraaier foto's, kost slechts 15 fr. en is verkrijgbaar in de V.T.B.-boekhandels te Antwerpen, Brugge Brussel en Gent, of door storting van 15 + 1 fr op de postrekening nr 936.27 van de V.T.B., St-Jakobsmarkt 45, Antwerpen. Wij bevelen deze fraaie kalender zeer aan. Hij is 'n kunststuk met aparte schoonheid. E.H.B. | |
[pagina 10]
| |
Nieuwe Nederlandse Spraakkunst met Oefeningen, deel III, door Dr B.H. Erné en Dr Jc. Smit. Uitg. J.B. Wolters, Groningen - Djakarta 1950. Prijs ing. 2.40 gld., geb. 2.75 gld.De voorafgaande deeltjes ken ik niet. Dit deeltje bevat ‘grammatische onderdelen’ en ‘onderwerpen van algemeen taalkundige aard’. Allerlei onderwerpen, die bij goed gegeven taalonderwijs besproken moeten worden, o.a. de toon in de zin; de interpunctie; de ontlening; Nederlands buiten ons taalgebied; de woordenschat; nieuwe woorden - ik doe maar een greep - zullen aan ervaren leraren een ruime gelegenheid geven om invloed uit te oefenen op de taalontwikkeling van de jeugd. Als men nu maar weer niet begint met het ‘stom’ inpompen van deze leerstof. De leerling moet leren opmerken, leren horen en zien, en niet met een flauw stelletje regeltjes zijn Nederlands vervormen tot een kleurloos taaltje. Van dat laatste zou ik vele voorbeelden kunnen geven, ontleend aan opstellen, die ik onder de ogen heb gehad. Voor hen, die inderdaad leiding willen geven, is dit boek een uitnemende handleiding. Ieder kan uit eigen omgeving, gehoorde of gelezen taal, meer voorbeelden geven. Het boekje heeft mij pleizier gedaan en is in zijn soort zeker een van de beste, die ik heb gelezen. De lezers van Neerlandia houden van hun taal. Zij mogen dan hun hart eens ophalen bij het zoeken van de betekenis van een aantal woorden, die de schrijvers op blz. 61 geven: haarspit, fistel, eenruiter, albe, snekrad, rebut, amplee, heep, strekel, broes, heeft, kokerd, fluwijn, alikas, smeent, sobbelen, loopkat, flouw, sprenkel, fliete. Tot op vandaag weet ik nog niet wat de betekenis van ‘fliete’ is. Wie kan mij helpen? Hoe het volk zijn taal maakt, kunt u o.a. op bl. 63 lezen, daar zeggen de schrijvers: ‘Een zeeman die een kamer binnenkwam, zei eens dat zijn meisje zo zou komen; ze was nog in de gang bezig met ‘meniën en buitenboord-krabben’ Dat is een ‘overdracht’, die wel niet algemeen zal worden, maar is tevens een bewijs, hoe veelkleurig de betekenis der woorden kan zijn. Het boek is voor vele leraren zeker een verzameling goed gekozen stof en goede oefeningen. E.H.B. | |
Nieuwe Verhalen, gekozen en ingeleid door Dr J.P. van Praag en Dr G. Stuiveling, uitg. J.B. Wolters, Groningen, Djakarta; prijs 1,50 gld.In hun inleiding, die ik, ondanks haar kortheid, belangrijk vind, delen de beide schrijvers mee, dat men de prozaschrijvers over het algemeen (curs. van mij, B.) kan indelen in drie groepen, ‘al naar mate zij de meeste aandacht vragen voor de stijl, voor het menselijk karakter, of voor de menselijke daden en belevingen’. Deze eenvoudige indeling, waartegen ook weer ‘over het algemeen’ weinig in te brengen is, is niet een schema van de schrijvers, door hen uitgedacht. Ze houdt verband met er aan ten grondslag liggende wijsgerige beschouwingen, die ook in de psychologie en in de anthropologie van invloed zijn. Literatuur is een bovenstroom, die nooit te begrijpen is zonder kennis van de onderstroom. Met voorzichtigheid en met het oog op de leerlingen der middelbare scholen hebben de auteurs deze samenhang trachten aan te tonen. Zij zijn daarin, voor zover zulks in een bloemlezing van 97 bladzijden met, na de inleiding, 10 prozastukken mogelijk is, geslaagd. Over de keuze kan men van mening verschillen. Ook over de vraag of de gekozen stukken nu wel duidelijke voorbeelden zijn van bepaalde stromingen. Maar doe het maar eens beter. Ik zie daar geen kans toe. En zeker niet in een boekje van deze grootte. De schrijvers kunnen zich evenwel van twee dingen overtuigd houden. Ten eerste liggen de gekozen stukken geestelijk binnen het bereik van de lezers en de lezeressen, die zij zich moeten hebben gedacht. Ten tweede zal de jeugd door deze verhalen misschien, en in sommige gevallen zeker, haar eigen innerlijke groei en haar eigen crises beter verstaan. Als voorbeeld daarvan zou ik Jo Boer's ‘De wedergeboorte van Pan’ willen noemen. 'n Best boekje. E.H.B. |
|