Neerlandia. Jaargang 54
(1950)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOns taalhoekje | |
OpslagsomerDit Afrikaanse woord is de vertaling voor ‘Indian Summer’ (een mooie nazomer). Het is blijkens een krantenbericht het eerst gebruikt door de heer N. van Blerk te Stellenbosch, die het op zijn beurt weer afleidde van ‘opslagwintertjie’, dat in Kalahari een gangbare uitdrukking was voor een plotselinge korte periode van warm weder, dat de planten doet groeien na de regen. R. | |
Het is ook nooit goedEen lezer van de Nieuwe Courant klaagt erover in het blad van 4 Nov. 1950 (blz. 8), dat de Haagse Tramweg Mij er niet voor voelt, om de wagens te voorzien van richtingaanwijzers. Hij acht het ontbreken daarvan een sinds lang bestaande misstand en schrijft desniettiegenstaande: ‘Het is mij niet duidelijk, waarom ir drs B.B.C. Felix bezwaar heeft tegen een misstand, die eindelijk wordt opgeheven’. Men zou zo zeggen, dat de schrijver zich erover moest verheugen, dat zijn bezwaren worden gedeeld. Of.... zou de heer Felix wellicht juist niets moeten hebben van de opheffing van wat hij (de schrijver) een misstand noemt? R. | |
OstendeOnder het hoofd: ‘De Benelux op de proef gesteld’, stelt de Nieuwe Courant de vraag ‘Wat zal Ostende brengen?’ Hier is niet de Benelux op de proef gesteld. Hier heeft de Benelux laten zien, dat er bij grote voordelen ook ernstige gevaren zijn voor de landen, die er aan deelnemen. De taal mag niet Assepoester zijn. En wij zouden het op prijs stellen, indien een Nederlandse krant niet Ostende, maar eenvoudig en duidelijk Oostende schreef. § | |
BeterDe heer P. Glas Jz. te Kapelle-Biezelinge, ook een trouw lezer van ons blad, is gevallen over de uitdrukking ‘de betere standen’ in ons Novembernummer op blz. 7 bovenaan in het artikel over het Davidfonds. Wij zijn het volkomen eens met de heer Glas, dat deze uit- | |
[pagina 11]
| |
drukking voor ‘intellectueel meer ontwikkelden’ al te keuren is. Beter is nu eenmaal de vergrotende trap van goed en dat heeft de schrijver van het artikel natuurlijk niet bedoeld. Zoals de briefschrijver voorts terecht opmerkt leest men in aankondigingen ter aanprijzing van verschillende artikelen herhaaldelijk ‘het betere publiek, het betere brood, betere kwaliteit, beter genre’, hetgeen in 't Nederlands geen andere betekenis kan hebben dan een vergelijking ten nadele van een goed of minder goed publiek, enz. Dit ‘betere’ is eenvoudig letterlijk overgenomen uit het Duits. Men verbanne dus dit germanisme en zoeke een beter woord. | |
Is ‘studeren’ overgankeljk?De heer Van de Stadt te Hattem vestigt de aandacht op het gebruik van het woord ‘studeren’ als overgankelijk werkwoord. Men ze tegenwoordig veelal, dat iemand ‘rechten of scheikunde of piano’ studeert in plaats van in de rechten, in de scheikunde, op de piano. Ook dit, zegt de schrijver, is zijns inziens een ingeslopen germanisme. Het Recht wordt niet gestudeerd maar bestudeerd. En ook de Nederlandse taal is waard om bestudeerd te worden. | |
Gaat de Nederlandse Postdienst ook al verengelsen?Geruime tijd geleden hebben we ons wel eens erover beklaagd slat de post onbestelbare stukken terugzond met de aantekening ‘retour’, ook voor het binnenland. Of het veel geholpen heeft betwijfelen we, want het publiek volgt het nog steeds na, spreekt zelfs van ‘retour aan afzender’. Nu echter schijnt ook de postdienst van Frans op Engels over te stappen. Ons kwam althans een poststuk onder de ogen, verzonden te 's-Gravenhage aan een adres in dezelfde plaats, waarvan de poststempel behalve de gebruikelijke plaats- en onduidelijke tijdsaanduiding (naar het mij toescheen 7 x 13)
de volgende eigenaardige mededeling bevatte: 5 Jaar Kort daarna meldde een krantenbericht, dat, op 13 November 1950 op de postkantoren verkrijgbaar zouden zijn ‘first-day-covers’ met de nieuwe kinderpostzegels, voorzien van een speciaal stempel. R. | |
Sperr-urenWe weten allen welke maatregelen zijn getroffen ter beperking van het stroomverbruik bij de electriciteitsvoorziening. Ook bij de radio-uitzendingen moest daarmede rekening worden gehouden. Doch waarom moest reeds vóór het in werking treden van de tijdelijke regeling, of zo ge wilt van de winterdienst, de A.V.R.O. ons met het woord sperr-uren nu weer herinneren aan de Duitse bezettingstijd? Klinkt radio-rust niet veel beter? R. | |
‘Nieuwsbulletin’ der N.Z.A.V.Van het ‘Nieuwsbulletin’ der Nederl. Zuid-Afr. Vereeniging ontvingen wij de nrs 3 en volgende, die ons ditmaal geen aanleiding gaven, om er iets uit over te nemen. Wel zij het ons vergund enkele taalkundige opmerkingen te maken. In het nummer van 25 Oct. kwamen we herhaaldelijk het o.i. afschuwelijke woord ‘permitten’ tegen, in 6 achtereenvolgende zinnen zelfs tien maal (bovendien nog twee maal het enkelvoud permit). Was dat nu niet te vermijden? Voorts wordt ‘çuota’ drie maal in het enkelvoud gebruikt. Er is zelfs sprake van ‘quota's’ in het meervoud. Wat verstaat het blad onder ‘belastingvermindering op banken’, enz.? Voorts zegt het, dat de bouw (enkelvoud) van particulierezowel als overheidswerken gestaakt moeten worden. Ook voor ‘applicant’ is, dunkt ons, wel een Nederlands woord te vinden en ‘een kwitantie, uitgemaakt aan S.J.P. Kruger’ is toch zeker ook een raar taaltje. Al deze slordigheden vonden we bij het vluchtig doorlezen van dit ene nummer. | |
Waar of daar - Veilig stellen - Hun, hen, haarEen lezer te Rotterdam, die al enige jaren geleden de H.B.S. verliet, vraagt zich af of het behoorlijk leren schrijven en spreken van de moedertaal eindigt met de schooljaren, daar hij zoveel taalkundige onjuistheden heeft ontmoet in studieboeken, tijdschriften, dagbladen, enz. Zo stuit hij in één zijner studieboeken herhaaldelijk op het woordje waar, als bedoeld is daar, omdat. Voor de onjuistheid daarvan verwijst hij naar het bekende woordenboek van Koenen en Endepols.
Op een kaart van de A.V.R.O. kwam hij tegen: de uitdrukking Veilig stellen in deze zin ‘Stel A.V.R.O.'s zendtijd veilig’, welke uitdrukking hij als germanisme vermeden wil zien.
Een veel voorkomende taalfout vond hij in een brochure van Ivorol tandpasta. In bedoelde brochure stond in de 3de naamval hen in plaats van hun. Zoals de briefschrijver terecht opmerkt, gebruiken velen juist vaak hun in plaats van hen in de 4de naamval. Inderdaad, en wij voegen daarbij: Als het pers. voornaamw. betrekking heeft op een vrouwelijk zelfst. naames. leest en hoort men zeer dikwijls hun of hen in plaats van haar (in het meerv.) | |
Al weer benuttenIn een jaarverslag van de Huishoud- en Industrieschool van de Vereniging ‘Licht, Liefde, Leven’ te 's-Gravenhage lees ik op bl. 4: ‘Ook een kleine groep huismoeders benutte dit ontspanningsoord, om er enkele prettige vacantiedagen door te brengen.’ Wij gunnen onze huismoeders graag een paar zonnige dagen, waarin zij vrij van zorgen kunnen zijn. Maar tegen dat benutten hebben wij een ernstig bezwaar. Het is in Noord-Nederland een germanisme, dat we niet nodig hebben om ons duidelijk uit te drukken. ‘Ten nutte maken’, of heel neutraal ‘gebruiken’ zou hier beter zijn . In Zuid-Nederland bezigt men ‘benuttigen’, wat eigenlijk veel aardiger is, maar hier niet voorkomt. Doch een verslag, zoals dit, wordt niet door de huismoeders opgemaakt. Die zijn voor deze fout niet verantwoordelijk. Niet aardig van haar vind ik evenwel, dat, zoals het verslag ook vertelt, de lessen voor het vervaardigen van bovengoed en het verstellen en vermaken van ondergoed veel minder gevolgd werden dan het vorige jaar. Een gevolg, zo schrijft het verslag, van de steeds ruimer wordende textielvoorziening. Op de kleintjes passen, huismoeders! Zuinig zijn is een grote Nederlandse deugd. Zo'n opmerking is voor het A.N.V. van betekenis. Want hier ligt een stukje volkskracht, waarop het steeds de aandacht vestigt. § | |
TaalfiliaalVerscheidene tijdschriften wijden regelmatig of nu en dan hun aandacht aan taalkundige vragen. Ook de Nieuwe Courant, meen ik, is daar nu mee begonnen, door een rubriek ‘Taalfiliaal’ te openen. De schrijver ervan is blijkbaar bij voorbaat bang, dat zijn pennevruchten niet in da smaak zullen vallen bij de lezers, althans hij leidt zijn eerste artikel buitengewoon voorzichtig aldus in: ‘Het zou misschien wel zijn nut kunnen hebben, éénmaal in de week een beetje te mijmeren over de Nederlandse taal. Dat kan natuurlijk op allerlei manieren, vervelende en minder vervelende, maar het zal altijd schoolmeesterij blijven en als zodanig onuitstaanbaar. Er zou echter naar kunnen worden gestreefd, die onuitstaanbaarheid zo goed mogelijk te bemantelen.’ Op gevaar af van zelven onuitstaanbaar te worden gevonden, zouden we willen vragen: ‘Voor wie onuitstaanbaar?’ Voor de schrijver of voor de lezer? In het eerste geval zou Frik (zo noemt hij zich) wel buitengewoon opofferingsgezind zijn. Maar dan zou dat ‘bemantelen’ wijzen op zelfbedrog en zulk een dwaasheid verwachten wij niet van hem. Doch in het tweede geval getuigt het toch van weinig achting voor de lezer, hem opzettelijk vervelende, onuitstaanbare kost voor te zetten, zij het dan bedektelijk. | |
[pagina 12]
| |
Doch alle gekheid op een stokje: Wij heten Frik welkom als medestrijder tegen fouten en slordigheden, die onze taal kunnen ontsieren. In dit eerste artikeltje beschouwt hij de schrijfwijze van samengestelde woorden. Terloops merkt hij terecht op, dat ‘bij voorbeeld’ twee woorden zijn, die dus niet aan elkaar gekoppeld mogen worden, evenmin zouden wij zeggen als ‘ten slotte’, welke woorden wij in drukproeven nog al eens moeten scheiden. Maar ‘terloops’ dan en ‘terecht’? Daar komen de uitzonderingen weer de regel bevestigen. Samenkoppeling is ongeoorloofd, tenzij de gekoppelde vorm de gescheiden schrijfwijze reeds volkomen heeft verdrongen in het taalgebruik. R. |
|