Het A.N.V. en de Nederlandse bond in Duitsland
Voor de eerste maal na de oorlog was op het jaarlijks congres van de Nederlandse Bond in Duitsland op 14 en 15 October j.l. te Krefeld gehouden, weer een lid van ons Hoofdbestuur aanwezig en werd de band hernieuwd, die in de fatale Meidagen van 1940 werd verbroken. Jarenlang is Generaal Wittert de vertegenwoordiger van het A.N.V. op de congressen van de Bond geweest en veel heeft in die periode het A.N.V. voor de landgenoten in Duitsland kunnen doen, vooral ook door het zenden van Nederlandse boeken voor de bibliotheken van de plaatselijke Nederlandse verenigingen; dit werd voor de Bondsvoorzitter de Heer H.W. Peeters in zijn openingsrede dankbaar in herinnering gebracht.
Ook nu wacht het A.N.V. daar over de Oostgrens weer een belangrijke taak. Men schat het aantal Nederlanders in Duitsland op 70 tot 80.000, van wie velen, in de tijd van de grote werkloosheid hier te lande, liever daar gingen werken dan hier steun trekken. Een groot aantal is georganiseerd in 76 verenigingen, die hun overkoepeling vinden in bovengenoemde Bond.
Artikel 1 van de Statuten van deze Bond zegt:
‘Zij heeft de verlevendiging van het stambewustzijn van de in geheel Duitsland wonende Nederlanders en de behartiging van de gemeenschappelijke materiële en ideële belangen dezer Nederlanders ten doel.
De Bond onthoudt zich van elke inmenging op politiek en godsdienstig gebied.’
Legt men hiernaast art. 2 van de (gewijzigde) Statuten van het A.N.V., dan blijkt onmiddellijk, hoe na verwant ons beider doel is. Het ligt voor de hand, dat hier mogelijkheden zijn voor vruchtbare samenwerking.
De Bond heeft in de loop der jaren veel voor zijn leden gedaan en zij, die het weten kunnen, verzekerden ons, dat het aan de Bond te danken is, dat duizenden landgenoten daar voor Nederland behouden zijn gebleven. Het spreekt wel vanzelf, dat vóór en in de tweede wereldoorlog velen onder invloed van hun Duitse omgeving overstag gingen, maar verreweg de meesten toonden zich goede Vaderlanders. En niet weinigen van hen hebben voor hun trouw in concentratie-kampen en gevangenissen moeten boeten.
De Bond werd in 1940 opgeheven, maar herleefde meteen na de oorlog. Op het Congres te Krefeld bleek wel, hoezeer de vele arbeid van het Bestuur gewaardeerd wordt. Want groot zijn de moeilijkheden van onze - meest onbemiddelde - landgenoten over de grens, getroffen niet alleen door ingrijpende monetaire maatregelen en oorlogsschade (practisch zonder vergoeding), maar ook - en zeer pijnlijk - in hun nationale gevoelens, door wettelijke regelingen van de Nederlandse Regering. Het K.B. van 17 November 1945 St.bl. F. 278 toch bepaalt, dat Duitse vrouwen, die na 9 Mei 1940 met een Nederlander zijn gehuwd, geen Nederlandse nationaliteit verkrijgen. Deze vrouwen verloren door haar huwelijk de Duitse nationaliteit en zijn dus statenloos. Het valt moeilijk ten volle te beseffen, hoe grievend het is voor de 93% ‘goeden’ onder haar, dat zij op één lijn gesteld worden met de 7% ‘kwaden’, die aanleiding waren tot deze maatregel. Op het Congres vielen hierover harde en bittere woorden en Mr J.F. van West de Veer, die namens de Nederlandse Minister van Justitie aanwezig was, zal daarvan zeker goede nota genomen hebben.
Namens het Hoofd van de Nederlandse Missie te