Prins Bernhard fonds
Het jaarverslag over 1949 van het Prins-Bernhardfonds kwam ons ter hand.
Het valt ons op, dat daarin ook weer bitter geklaagd wordt over het weinige, dat gedaan wordt om het culturele leven daadwerkelijk te steunen, niettegenstaande het feit, dat er geen militair of politiek verdrag wordt gesloten, waarin niet een paragraaf voorkomt, waarin de ‘beschaving’ als een der kostbaarste goederen wordt genoemd, welke door bedoelde overeenkomsten moet worden beschermd en bevorderd.
Wetenschappelijke publicaties kunnen het financieel niet meer bolwerken; het promoveren loopt in ontstellende mate terug en tijdschriften op dit gebied verdwijnen.
Hoewel het wetenschappelijk onderzoek worstelt met de geldmiddelen, verhouden de uitgaven voor: wetenschappelijk onderzoek, kunsten en culturele activiteit voor de brede massa zich als 20:5:3. En van die culturele activiteit krijgt de overheid weer een flink deel terug in de vorm van vermakelijkheidsbelasting. In 1948 bracht het ‘edele’ deel van het culturele bedrijf - dus de werkelijke cultuur - rond 4 millioen gulden aan belasting op, op een bedrag van 25 millioen gulden dus. Dit betekent, dat rond 55% van de totale overheidsuitgaven voor culturele arbeid - minus het onderwijs - door andere overheden langs andere weg weer wordt afgetapt.
Tot zover het jaarverslag. Inderdaad, er wordt raar met de gelden voor culturele doeleinden omgesprongen en hier mogen wij nog eens verwijzen naar het hoofdartikel in Neerlandia van Januari 1950, waarin onder het hoofd ‘De beslissing gevallen’ de verontwaardiging wordt uitgesproken over het intrekken van onze 5000 gld. subsidie door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, terwijl aan de andere kant, via de afdeling Cultureel Contact, het Ministerie van Uniezaken en Overzeese Rijksdelen een paar millioen uitgeeft (zie Neerlandia van Juli 1950) om culturele voorlichting te geven ten behoeve van Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen en zich met een dergelijk groot bedrag begeeft op het terrein, waarop wij reeds enkele tientallen jaren met succes hebben gewerkt.
S.