in laat-gothische of z.g. Zuidhollands Gothische stijl is opgetrokken, weer verrezen, na een grondige verwoesting door brand. De glorie van deze kerk zijn wel de kerkramen, die - zoals de heer Rijksen met zichtbare voldoening meedeelde - door Gouda bij elkaar gebedeld zijn.
Om ons een indruk te geven van de hoeveelheid glas, dat hiervoor heeft gediend, vertelde onze gids, dat het een oppervlakte heeft van ⅕ ha of 2000 m2 en om het voor stadsmensen nog duidelijker te maken voegde hij erbij, dat wij ons daarbij moesten voorstellen een trottoir van 2 m. breed en een kilometer lang of ± 10 minuten gaans.
De restauratie van de kerk, die van 1898-1936 heeft geduurd, geschiedde onder leiding van ingenieur Schouten uit Delft.
Na al deze wat zakelijke mededelingen kwam de kunstkenner aan het woord. Rijksen, die als het ware in de sfeer van deze kerk is opgenomen en er één mee is geworden, liet ons heel duidelijk het verschil zien tussen de ramen, ontworpen en gebrandschilderd door Dirk en die van Wouter Crabeth.
Dirk herinnert meer aan de middeleeuwen, aan Van Eyck en Memlinc, Wouter is wat moderner en heeft de invloed van de Italiaanse meesters als Michel Angelo al ondergaan.
Zelfs een leek kan dit verschil, als dat hem wordt gewezen door Mr Rijksen, zien.
Een tweede verschil werd ons eveneens getoond: n.l. dat tussen het Roomse en het Protestantse deel van deze kunstschatten.
Bij een korte rondleiding, die eigenlijk veel te kort moest zijn, wees de heer Rijksen op de hem eigen vriendelijke manier allerlei kleine bijzonderheden aan, die aan ons stellig zouden zijn ontgaan zonder zijn voorlichting.
Het is duidelijk, dat hier de geschiedenis van de Nederlanden, geschreven in het broze glas, dat nochtans de eeuwen heeft getrotseerd, tot ons gezelschap sprak.
Meer dan één slaakte de verzuchting: hier langer te kunnen vertoeven, en zonder anderen stil te genieten van de schoonheld, die de gebroeders Crabeth e.a. hebben weten te toveren in dit tere materiaal en zich te kunnen verliezen in voorbije tijden, die op deze Zaterdagmiddag even, vluchtig, voor ons zijn opgedoemd.
Dit mocht evenwel thans niet het geval zijn.
Na een hartelijke dank aan Mr Rijksen verlieten wij, zij het schoorvoetend, dit bedehuis, dat Nederlands geschiedenis in luisterrijke vorm bewaart.
Iedere Nederlander moet deze glazen zien.
En zeker ieder lid van het A.N.V.
* * *
Van Gouda ging het naar Oudewater.
Hier werd het gezelschap ontvangen door de Secretaris der Gemeente, tevens Voorzitter van V.V.V. en lid van het A.N.V., de heer Den Boer.
Het A.N.V. heeft op deze Zaterdag wel kennis gemaakt met vrienden. Want de heer Den Boer is de vriendelijkheid en de hulpvaardigheid zelf. Met grote kennis van zaken, vertelde hij in 't kort de geschiedenis van Oudewater. Zijn strijd in vroeger tijd, maar ook zijn steeds weer uitkomen boven de onrust van oorlog, brand en vernieling.
Het raadhuis zelf is oud. Nog immer wordt eraan gerestaureerd. Moderne dingen, die helemaal niet aangepast zijn aan het oude, zullen verdwijnen en vervangen moeten worden door andere. De heer Den Boer heeft nog veel wensen. In de oude raadzaal, voorheen de plaats, waar de schepenen vergaderden, hing een prachtig schilderstuk van Oudewater geschilderd door Stoop.
Na dit bezoek, geleidde de heer Den Boer ons door het stadje, met z'n leuke grachtjes, en z'n fraaie oude geveltjes. Hij was onuitputtelijk in het aanwijzen en het vertellen; toonde ons de plek, waar de bekende Leidse Hoogleraar Arminius heeft gewoond en voerde ons via een kaaspakhuis, in oorspronkelijke vorm gerestaureerd, natuurlijk naar de Heksenwaag. Dit is wel de glorie van de heer Den Boer, waarover hij niet moede wordt te vertellen en te schrijven. Hoeveel nationale en internationale gezelschappen heeft hij al op deze wijze ingeleid in de geschiedenis van Oudewater. Wij komen op dit gebouw in een volgend nummer van Neerlandia terug.
Natuurlijk moesten vele dames van het gezelschap gewogen worden ...... en, mag ik het verklappen?, ook enkele heren. Allen kregen een officieel certificaat door de heer Den Boer ingevuld en ondertekend. En - met een gerust hart gingen dezen naar Den Haag terug. Niemand te licht. Geen heks. Trouwens het gezelschap mocht er zijn. Ik meen zelfs gezien te hebben, dat iemands gewicht de 100 kilo overschreed.
Namen noem ik natuurlijk niet. Vanzelf.
Ons genoeglijk tochtje werd besloten met een even samenzijn in het aan het raadhuis grenzend hotel. Het kopje thee en het gebakje smaakten goed. De heer Van Oyen had voldoening van zijn werk. Hem en de heer Den Boer werd dank gebracht onder opmerking, dat een plaats als Oudewater, dat zo vaak bezocht wordt door gezelschappen van mensen, die belangstellen in de Nederlandse geschiedenis, toch wel een bloeiende afdeling van het A.N.V. zou kunnen vormen. Daar is dan het wachten op.
En onze hoop is daarbij gevestigd op de voorzitter van V.V.V., de heer Den Boer, die op het gebied van organiseren het klappen van de zweep kent.
En als alle leden van het A.N.V., die aan het uitstapje deelnamen, ieder ook eens een nieuw lid aanbrachten?
Dan steeg het aantal al weer met veertig. Laten we ons best eens doen.
Ik heb de indruk, dat de stemming onder het gezelschap er wel was en dat ik dus het beste er van hopen mag.
De afdeling Den Haag heeft een goed begin gemaakt. Het halve werk zegt men.
Dat betekent, dat het jubileumfeest op 17 October in Pulchri Studio, zal klinken als een klok. Denk er om, Haagse leden, de zaal moet vol zijn.
§