Wijk bij Duurstede 650 jaar stad
Tot de vele plaatsen, die dit jaar herdachten, dat ze gesticht of tot stad verheven werden, behoort ook Wijk bij Duurstede; ter gelegenheid van deze feestelijke herdenking was er in het stadhuis een kleine, maar interessante historische tentoonstelling.
Hier werd allereerst de aandacht gevraagd voor Dorestad, een van de belangrijkste handelssteden in het rijk van Karel de Grote. Het was een lange marktstraat bij het kruispunt van de Rijn, de Lek en de Kromme Rijn. De huizen van deze oude handelsplaats waren klein en van hout en leem gebouwd; vlechtmuren en houten palissaden moesten de plaats beschermen. Dorestad was zo'n belangrijke nederzetting, dat hier een munthuis gebouwd werd; op de tentoonstelling lagen enkele munten, die daar geslagen waren. De Noormannen plunderden en verwoestten Dorestad. Toen de tijden rustiger werden ontstond er een nieuwe nederzetting bij de puinhopen van Dorestad. Deze nederzetting, Wijk bij Duurstede genoemd, werd nooit zo belangrijk als het oude Dorestad; toch werd ze in 1300 door Ghijsbrecht van Abcoude tot stad verheven.
Aan de Westzijde van het stadje lag een groot kasteel, waar verschillende bisschoppen van Utrecht, o.a. de prachtlievende David van Bourgondië, geresideerd hebben. De Franse troepen hebben het slot in 1672 en 1673 echter geplunderd; volgens een afbeelding van 1700 was het slot toen reeds een ruïne. Op het ogenblik is de ronde toren van het kasteel bijna geheel gerestaureerd, maar het overige deel van het slot, o.a. de oude donjon is nog altijd een ruïne.
Om het kasteel werd in de eerste helft van de 19de eeuw door de bekende tuinarchitect Zocher het tegenwoordige plantsoen aangelegd. In een gedeelte van dit plantsoen bij de Lekdijk werd tijdens de feestweek als openluchtspel het achttiende-eeuwse stuk van P. Langendijk, Don Quichot op de bruiloft van Kamacho opgevoerd.
De oude kerk was, blijkens verschillende afbeeldingen, vroeger groter dan nu; het koor is namelijk geheel