voorzitterschap werd waargenomen door Mr N. de Witte, uit Oostende, die de meer dan 80 aanwezige personen welkom heette, en op gevatte wijze het doel en de betekenis van deze heuglijke vergadering toelichtte. Hij legde vooral de nadruk op de waarborgen die een vereniging als het Alg. Ned. Verbond biedt voor het instandhouden en bevorderen van een gezond, hoogstaand cultuurleven. Ook, en vooral op het strijdfront ter beveiliging van de geestelijke waarden, is het noodzakelijk het culturele eenheidsbesef tussen Noord en Zuid gaaf te houden, een beginsel dat in vele kringen en groeperingen met begrensd arbeidsveld - hoe verdienstelijk hun werking ook moge zijn - al te vaak over het hoofd wordt gezien.
De waarn, voorzitter stelde vervolgens Z.E. Pater Dr Marcel Brauns S.J. aan de aanwezigen voor. Deze had zich bereid verklaard om een lezing te houden over ‘Cultuureenheid van Noord en Zuid’.
De geleerde spreker betoogde in zijn inleiding, dat de cultuur van een volk moet beschouwd worden als de uiting van de Goddelijke scheppingswil, en dat zij derhalve ook in de Goddelijke eeuwigheid zal blijven voortleven. Het hoofdkenmerk der Nederlandse cultuur is haar diepe godsdienstige inslag; onze beschaving is een theologisch gegroeide, en ons volk - in Noord en Zuid - een religieus volk.
De eenheid van geestesleven en volksgemeenschap kan niet genoeg beklemtoond worden, omdat ze zo sterk particularistisch geschakeerd is, met eigenheden die verschillen van dorp tot dorp, van stad tot stad, en van streek tot streek. Zij is verdeeld over een regenboog van stammen, waarvan wij in de algemene taal en zelfs in de literatuur het beeld terugvinden. De wisselende politieke verhoudingen en de splitsing der Nederlandse gemeenschap in staten en partijen staan ongetwijfeld het besef der culturele saamhorigheid in de weg, en zijn allerminst bevorderlijk voor de opwekking van het stambewustzijn. Tegelijkertijd werken zij echter prikkelend - zoals een beproeving prikkelen kan - om die eenheid na te streven. De Zuid-Nederlanders, die in bijzonder moeilijke omstandigheden hun taal- en volksstrijd te voeren hadden, zijn steeds de warmste voorstanders van de Nederlandse eenheid geweest. Het Algemeen Nederlandsch Verbond werd immers gesticht door een Vlaming, Prof. Hippoliet Meert.
De stam- en cultuurverwantschap tussen Noord en Zuid treedt duidelijk op de voorgrond in de reacties en de gemoedstoestand van Rijks-Nederlanders en Vlamingen bij bepaalde gebeurtenissen: zij hebben een diepe zin voor orde en rechtvaardigheid, eerbiedigen het gezag dat met de betrachtingen van het volk rekening houdt, belijden een zelfde trouw aan de wettelijk erkende Vorst.
In zijn naar vorm en stijl zeer verheven betoog ontleedt preker de bezielende kracht der mystiek, die een spreker volk nodig heeft om zijn gemeenschapsvorming te schragen, en waardoor het zijn beschaving leert liefhebben, eerbiedigen en bevorderen. De taal, dit wonderbare instrument, levend medium en woonland van de geest, is de vruchtbare verwantschapsbodem, voor de geheimzinnige geestesuitstraling, die een cultuur opbouwt en onderscheidt. Een grotere liefdeplicht noopt ons, aldus besluit Z.E.P. Brauns zijn merkwaardige uiteenzetting, over alle particularistische verschillen heen, onze Nederlandse gemeenschap te dienen en hoog te houden, en hare rijke cultuur te laten schitteren als een edele diamant aan de kroon der door God geschapen en beschermde volken.
Daarna kwam de secretaris van afdeling Brussel, die het Hoofdbestuur op deze stichtingsvergadering vertegenwoordigde, aan het woord. Hij wenste het Comité van Aanbeveling geluk met de bereikte uitslagen, en drukte er zijn voldoening over uit dat het hem, in zijn 15 jaren lange loopbaan als bestuurslid van het Verbond, voor de eerste maal vergund werd het ontstaan van een nieuwe tak te mogen begroeten. Moge het voorbeeld van West-Vlaanderen, zo zeide hij, weldra in de andere provincies navolging vinden, opdat de culturele bedrijvigheid van het Verbond geheel Vlaanderen zou bestrijken.
Vervolgens werd een boodschap van het Hoofdbestuur voorgelezen, waarin dit de wens uitdrukt, dat de nieuwe afdeling zich spoedig in een grote bloei zal mogen verheugen.
Na een slotwoord van de waarn, voorzitter, en diens belofte om - met instemming der aanwezigen - binnenkort door een beperkt comité van vooraanstaande leden een afdelingsbestuur te laten aanstellen, werd deze heuglijke stichtingsvergadering in de beste stemming opgeheven. Een 25-tal personen meldde zich voor het lidmaatschap aan, zodat de nieuwe afdeling met ruim veertig leden van wal steekt.
Voor alle inlichtingen kunnen belangstellenden uit West-Vlaanderen zich voorlopig wenden tot de heer André de Jaegher, Ambachtstraat 17, te Handzame (West-Vl.).
M.v.G.